06 83 97 13 77 help@doktersindeknel.nl

      50 jaar getrouwd

      27 08 2021 | Blog

      50 jaar bij elkaar, dat is toch mooi, niet waar?

      Toen ik klein was hadden mijn ouders vaak ruzie. Mijn vader schreeuwde, mijn moeder huilde. Mijn broertjes (ik heb er twee en ik ben de oudste thuis) kropen dan -ook huilend- bij mij in bed. ‘Gaan ze scheiden, gaan ze scheiden?’ Ik stelde ze gerust: ‘Nee, lieverds, ze gaan niet scheiden.’ Van binnen dacht ik vaak: ‘Gingen ze maar scheiden!’

      Diezelfde mensen, waar ik innig van houd, waren afgelopen week 50 jaar getrouwd. Het was feest, en het was een prachtig feest.

      Een bijzonder mooie dag, vol verrassingen, vooral voor hun acht kleindochters, waar ze zielsveel van houden. Die meisjes, die zijn hun leven. En wat doen ze dat geweldig; opa en oma zijn is absoluut een van hun talenten.

      Hun (klein-)kinderen en werken. Ondanks de respectabele leeftijd die ze inmiddels bereikt hebben, ze zijn in de zeventig, werken ze nog iedere dag. Ik heb dan ook tijdens mijn speech de wens uitgesproken dat ze de kunst van het genieten net zo mogen gaan beheersen als dat ze gewoekerd hebben met het talent dat werken heet.

      Het is een Bijbelse uitdrukking: ‘woekeren met je talenten’. Jezus heeft het erover in Matteüs 25. Je bent niet voor je lol op deze aarde. Hell no! Als je gezegend bent met een talent dan heb je de christenplicht om er alles uit te halen wat erin zit. Altijd je best doen, en nóg meer dan je best, anders schiet je tekort.

      Dat heeft, in het geval van mijn ouders, een prachtige boerderij (tot tweemaal toe opgebouwd want enige jaren geleden helemaal afgebrand) en daarbij een huis en twee mooie bijgebouwen opgeleverd. Allemaal in de originele stijl en met een tuin eromheen die in de glossy ‘Tuinen’ niet zou misstaan. En een florerende antiekzaak die befaamd is tot ver over de landsgrenzen.

      Mijn ouders zijn allebei van eenvoudige komaf. Niet de mogelijkheid gehad om te gaan studeren, op hun veertiende gaan werken. En daar waren ze goed in. Hard werken, stug doorgaan, dat konden ze als geen ander. En niet alleen voor zichzelf, altijd stonden ze voor anderen klaar. Handig als ze waren in bijna alles: verhuizen, klussen, verven, timmeren, naaien, oogsten. You name it en als mijn ouders enigszins konden dan kwamen ze helpen.

      Mijn moeder zei vroeger altijd -nou ja altijd, op de spaarzame momenten dat we met z’n vijven gewassen en gestreken, zonder ruzie of andere ellende- bij elkaar zaten: ‘Wat hebben we het toch goed, waar hebben we dit aan verdiend?’ Als puber kwam ik tegen die verzuchting in opstand, ik zag inmiddels het zwoegen dag en nacht, hun zevendaagse werkweek. Ik zei dan: ‘Nou mam, wat dacht je van aan jezelf, jullie hebben dit aan jezelf verdiend, jullie werken hier immers keihard voor!’ Raar eigenlijk, die Calvinistische zwaarte in het katholieke zuiden waar ik vandaan kom en waar ook mijn ouders zijn opgegroeid.

      Toen ik klein was wilde ik altijd boeken voor mijn verjaardag, ik las namelijk alles wat los en vast zat en had de bibliotheek in het dorp letterlijk uitgelezen (de voor mijn leeftijd toegestane boeken en meer, hihi), en als we iets leuks gingen doen wilde ik naar een museum. Daar las ik over en dat leken me machtige instituten ‘musea’. Maar boeken vonden mijn ouders zonde van het geld (‘Je hebt al een boek.’) en het enige museum waar ik tijdens mijn jeugd geweest ben is het klokkenmuseum in Asten. Ook mooi, hihi.

      Inmiddels heb ik boeken tot aan het plafond en heb ik overal ter wereld musea bezocht; dus dat is wel goed gekomen. En wat nou het bijzondere aan mijn ouders is, is dat zij hier enorm in meegegroeid zijn. Toen ik naar de middelbare school ging wisten mijn ouders het verschil tussen de huishoudschool en het gymnasium niet, maar oh wat waren ze leergierig. Zelf hadden ze inmiddels ook een en ander bijgeleerd, maar dat was allemaal puur functioneel, om verder te komen in het leven. Maar over alle mooie dingen in natuur en cultuur, daar was geen tijd voor. Dus daar leerde ik over en zij leerden beetje bij beetje met me mee. Nu houden ze van lezen (Nou ja, als er tijd voor is dan, hè.) en hebben vorig jaar een maand door Spanje getrokken; van kerk naar kathedraal, van museum naar architectonisch wonder. Toen ik in Zambia en Malawi woonde kwamen ze op bezoek en wilden alles weten over de natuur, over de mensen en hun geschiedenis.

      Tegenslagen en teleurstellingen waren er ook; ernstige pijn en groot verdriet. Verlammend voor mijn moeder, mijn vader wilde liever doorgaan, er niet bij stilstaan.

      Je karakter, je achtergrond en vorming in je vroege jeugd maakt hoe je met traumatische gebeurtenissen omgaat. En ook die vormen (vervormen?) je weer. Dat geldt voor mijn ouders, en dat geldt voor mij.

      De ziekte van de mateloosheid heb ik duidelijk van hen, al hebben zij het niet in de middelen gezocht.. Mijn gevoeligheid ook. Al die verwachtingen die tot teleurstellingen hebben geleid.. De lat die voor ons niet hoog genoeg kan zijn, maar wat voor anderen al snel te hoog gegrepen is..

      Ik ben echt supertrots op mijn ouders en ik houd zielsveel van ze. En wat je voor je ouders wil is helemaal niet zo anders als dat wat je voor je kinderen wenst; je wil dat ze gelukkig zijn, dat ze genieten. Misschien wens ik het voor mijn ouders nog wel meer dan voor mijn kinderen, want ze hebben het zó, zó, zóóó ongelofelijk verdiend.

      Papa en mama, jullie mogen er zijn, jullie hoeven alleen nog maar te zijn en te genieten. Jullie hebben je sporen ruimschoots verdiend! Ik houd van jullie.