‘Today is the first day of the rest of my life.’
Zo zag ik het nou niet bepaald, twee jaar geleden.
Ik zag geen mogelijkheden (meer), ik zag alleen de beperkingen van een lang en langdradig leven voor me. Heel veel grijs, heel veel kooi, heel veel dal (en dan ook nog heel diep) in het vooruitzicht. Maar het moest, iedereen vond dat het moest, dus het moest maar..
Die eerste dag had ik sowieso bijzonder weinig diepzinnige gedachten; met 18 juni als ‘final verdict’ in zicht had ik de laatste dag (dagen) en de laatste week (weken) daadwerkelijk geleefd alsof het mijn laatste was (waren).
Op 25 juni 2018 begon de dagbehandeling bij Spoor 6 en ik werd geacht een week clean te zijn voordat ik daaraan begon. Dat dat een week ‘detoxen’ betekent, dat wij daarbij onze patiënten monitoren middels de CIWA-AR score, dat we ze benzodiazepines geven (een vast schema of op indicatie) -> ik had toentertijd geen flauw idee.
Een opname of hulp door middel van medicatie werd nog wel geopperd, maar ik wuifde het allemaal weg. Oké, 25 juni ‘it is’. Ik zal hier zijn, nuchter en wel.
Het advies om me dan in ieder geval niet alleen te laten werd door mijn omgeving zeer serieus genomen; lief, vader van mijn kids en ouders hadden de hele week om me heen dichtgetimmerd. Als ik niet continu beneveld was geweest had ik er zeker tegen geageerd toen de plannen gesmeed werden..
Of niet, want ik heb toen, zonder het te weten, Stap 1 gedaan. Voor het eerst in mijn leven had ik me overgegeven; mijn leven was stuurloos geworden, ik stond machteloos tegenover mijn verslaving.
Die eerste dagen; het zweten, het trillen, de misselijkheid. Koud en warm. Paniek en angst. Ziek, ziek, ziek. Ik deed, zo goed en zo kwaad als dat ging, alsof er niets aan de hand was. Verborg het, en mezelf, zoveel mogelijk.
Een week later startte de dagbehandeling; wat een hoop gedoe om niks. Wat had mijn jeugd er mee te maken? Hoezo willen jullie in mijn ziel peuren? Wat gaat jullie mijn pijn en verdriet aan? Ik was grappig en gevat en deed, zo goed en zo kwaad als dat ging, alsof er niets aan de hand was. Verborg mijn gevoelens en mezelf, zoveel mogelijk.
Later hoorde ik dat mijn behandelaren de wanhoop nabij waren; ‘I was one tough nut to crack’.
Maar in mijn hoofd, mijn hoofd dat nooit (meer) ‘uit’ staat, gebeurde van alles..
Een van de betere dingen die daar gebeurde was dat het zinnetje -verslaafden die meetings gaan én blijven bezoeken hebben een significant hogere kans om clean te blijven- bleef hangen. Misschien kwam het door het woordje ‘significant’, dat deze zin een beetje een wetenschappelijk cachet gaf; eerder een feit dan (weer) de mening van een peut. Hoe dan ook, dit zinnetje zette zich hardnekkig vast in mijn -verslaafde- brein. Want feiten zijn rationeel en ratio dat snap ik!
Toen ik, met lood in mijn schoenen uiteraard, mijn eerste meetings bezocht wist ik nog niets van herstel. Wel vond ik overal wat van; van de achenebbisje keet waarin we zaten, van de tafelkleedjes en van ‘het programma’ uiteraard. Om te beginnen de volgorde van die twaalf stappen. Gewend om mijn mening niet onder stoelen of banken te steken, ventileerde ik die dus luidkeels tegen éénieder die er maar naar luisteren wilde. En geluisterd werd er, want dat doen fellows, ze luisteren -oordeelloos-. Degenen die de struggle van het clean zijn al achter zich hadden gelaten en zich op de weg naar herstel bevonden, hoorden daarachter de oorverdovende stilte als het om gevoelens ging..
Maar ook die kwamen, vaak op onverwachte momenten en niet gedoseerd..
Ondanks mijn weerstand bleef ik naar meetings gaan (dat éne zinnetje, hè) en leerde luisteren. Ik leerde luisteren en vond herkenning. Meer herkenning dan ik ooit bij een groep mensen had gehad; van Bussum tot Beiroet en van Delft tot Dublin -> hier zaten mijn mensen, dit waren mijn matties! 🙂
Ik begon dankbaarheid te voelen, nee, ik begon dankbaarheid te ervaren.
Daarmee begon, denk ik, mijn weg naar herstel. Stukje bij beetje begon ik in te zien hoeveel waarheden dat, weliswaar gedateerde maar nog altijd actuele, programma bevatte en hoe ik er mijn voordeel mee kon doen.
Ook dat masker, die façade, die muur, you name it, begon langzaam af te brokkelen. ‘De kracht van kwetsbaarheid’, die inspirerende TED talk van Brené Brown, ik begon hem te snappen..
En op deze weg van herstel, mijn eigen ‘journey to recovery’ die ik inmiddels dus twee jaar bewandel, liepen er mensen met me mee, hielden mensen mijn hand vast, stevig, als het nodig was. Ook hen ben ik dankbaar. Heel dankbaar. Dat ze er zijn, dat ze er voor mij willen zijn. Want ik kan het zelf, maar ik kan het niet alleen.
Het was F* hell niet makkelijk, maar het was mooi en het was het waard. En ik kijk uit naar wat deze reis me nog allemaal brengen gaat en wat ik, in herstel, nog allemaal leren mag. Te beginnen met vandaag. Die briljante oneliner: ‘Just for today..’
‘Today is the very first day of the rest of my life. This is the beginning of a new day. I have been given this day to use as I will. I can waste it … or use it for good, but what I do today is important, because I am exchanging a day of my life for it.
When tomorrow comes, this day will be gone forever, leaving in it’s place something I have traded for it. I want it to be gain and not loss; good and not evil; success and not failure; in order that I shall not regret the price I have paid for it.
I will try just for today, for you will never fail until you stop trying.’
(Dichter en datum gedicht: onbekend.)