06 83 97 13 77 help@doktersindeknel.nl

      Aristoteles vroeg het zich 2500 jaar geleden al af: ‘Hoe word je gelukkig?’

      16 04 2019 | Blog

      Je kunt ‘pathos’ niet met ‘logos’ bestrijden. Dat zei Aristoteles ergens in -pak ‘m beet- 350 v. Chr. Aristoteles was een buitengewoon denker, misschien wel de grootste aller tijden.

      Ik was, enige tijd geleden, maar wel al in herstel (wat goed was omdat ik alle kennis, die met mij en de andere deelnemers gedeeld werd, ten volle op kon slorpen, in plaats van beneveld, me als een drenkeling vastklampend aan mijn ‘Dopper’, als ware het een reddingsboei, over het landgoed te zwalken) op een zeer inspirerend congres. Een filosoof vertelde filosofiedingen voor dokters. Waarom zijn vak- en zelfs geneeskunde-overschrijdende congressen toch altijd vele malen inspirerender dan de congressen waar ik met mijn vakbroeders de nieuwste richtlijnen over antistolling of de nieuwste inzichten in multimodale pijnbestrijding tot mij neem?

      Maar ik dwaal af. En het verhaal over ‘de Dopper en mij’ houd je tegoed. Aristoteles dus. Een Griekse filosoof die zich 2500 jaar geleden al bezighield met de vraag die ons nu nog altijd bezig houdt: ‘Hoe word je gelukkig?’

      Een ongelofelijk eenvoudige vraag waar wij, ondanks alle vooruitgang de afgelopen 2500 jaar, nog iedere dag mee worstelen.

      Die vraag, die zowel Aristoteles zijn hele werkzame leven niet op heeft kunnen lossen en de mensheid als zodanig ook nog altijd niet, ga ik hier niet voor of met jullie beantwoorden. Ik wil terug naar de ‘logos’ en de ‘pathos’.

      Volgens Aristoteles bestaan er drie middelen van overtuiging (zoals hij in de “Ars Retorica” beschrijft); logos, pathos en ethos. Waarbij ‘logos’ de inhoudelijk geldige argumenten zijn, bijvoorbeeld: het vaccineren van kinderen tegen mazelen leidt tot een afname van de morbiditeit en mortaliteit hiervan. ‘Ethos’ dat de emoties rondom een onderwerp betreft: wie weet welke enge dingen we nog meer in onze kinderen injecteren behalve dode of inactief gemaakte ziekteverwekkers. Deze stoffen kunnen misschien wel een effect hebben op het zenuwstelsel van onze baby. En tenslotte ‘ethos’, lastiger in een woord te vatten, maar dat staat voor zoiets als ‘karakter, charisma, geloofwaardigheid’. Hoezeer ben jij bereid van deze persoon iets aan te nemen. Ethos is een middel van overtuiging dat bijvoorbeeld bij politici een grote rol speelt.

      Deze filosoof zet twee dingen die mij heel herkenbaar voorkwamen, maar die ik zelf niet eerder zo had bedacht. Namelijk dat hoger opgeleide mensen denken dat je met logos gelijk kunt krijgen. De feiten zijn namelijk de feiten. Nuchter, rationeel. Maar dat gelijk hebben iets heel anders is dan gelijk krijgen.

      En inderdaad de zin waar ik mee begon, dat je pathos niet met logos kunt bestrijden. Om het verhaal over het vaccineren van kinderen af te maken; enige tijd geleden was daar die ‘rel’ rondom het vaccineren van kinderen waarbij steeds meer -hoog opgeleide- ouders hun kinderen niet wilden laten vaccineren. Om de bij pathos uitgelegde redenering (onder andere). Er werden steeds meer professionals bijgehaald om de argumenten van de ouders te weerleggen. Epidemiologen, kinderartsen, neem maar op. Allemaal logos. Effect nul.

      Totdat er bij ‘Jinek’ een groep moeders tegen vaccinatie uit Amsterdam Zuid tegenover een kinderarts zaten. En waarbij die kinderarts zei: maar lieve mensen, ik heb ook drie kinderen van ..(nou ja, weet niet, doet er niet toe), denken jullie dat ik het ook maar zou óverwegen om mijn eigen  kinderen te laten vaccineren als ik zou denken dat daar ook maar enig gevaar in zou schuilen? Patsboem. Effectief. Je moet pathos met pathos pareren.

      Ik ga jullie ook nog een keer lastig vallen met de premisses uit Aristoteles’ Retorica.