06 83 97 13 77 help@doktersindeknel.nl

      Bentiu Paradise part 1

      01 09 2023 | Blog

      Mijn ‘herstel challenge’, zoals ik deze uitzending met MSF in een eerdere blog noemde (zie blog Bezieling) zit er alweer voor eenderde op..

      Een maand ‘Bentiu Paradise’, zoals deze plek door iedereen, soms ironisch, vaak sarcastisch en regelmatig ronduit cynisch, genoemd wordt.

      Ik hoorde de uitdrukking al voordat ik überhaupt voet op Zuid-Soedanees grondgebied had gezet; namelijk in het vliegtuig vanuit Dubai (overstap aldaar vanuit Amsterdam) toen ik in gesprek raakte met een bevlogen Pakistaanse docent werkzaam voor Unicef en in de hoofdstad Juba gestationeerd. In onze crappy kitchen alhier prijkt deze geuzennaam op een wandkleed aan de muur.

      Het is hier heftiger, triester en uitzichtlozer dan gedacht..

      Het begon al bij aankomst op Juba Airport waar ons vliegtuig van Dubai Airlines het enige aanwezige passagiersvliegtuig was. Verder stonden er vliegtuigen in alle soorten en maten die één ding gemeen hadden; ze hoorden bij een hulpprogramma. Grote vliegtuigen van het WFP, kleinere van Unicef; sowieso veel UN. Verder ICRC, MSF en vele kleinere nationale NGO’s; van Duitsland tot India.

      Toen ik twee dagen later met een Cessna van MSF van Juba naar Bentiu vloog zag ik hetzelfde beeld. Het enige verschil was dat het passagiersvliegtuig dat er nu stond van Turkish Airlines was.

      Juba zelf stemde ook niet vrolijk. Mijn ervaring met Afrikaanse (hoofd-)steden is dat het centrum veel overeenkomsten vertoont met een willekeurige grote stad in Zuid-Europa; opgetrokken uit steen en met winkels, banken, hotels en restaurants tussen de huizen van de ‘happy few’. Juba centrum bestaat uit krottenwijken, afval, afval, afval en daartussen een paar hotels, winkels en de kantoren van de talloze NGO’s, allen in vervallen staat. Er is slechts een kleine ‘green zone’, de rest is allemaal ‘no go-area’ want daar heerst totale wetteloosheid. Je kunt je sowieso afvragen of er sprake is van een functionerende overheid..

      Het MSF ziekenhuis in Bentiu, middenin de UN compound gelegen, vertoont wel veel overeenkomsten met de Afrikaanse districts- en missieziekenhuizen zoals ik ze ken. De afdelingen onderverdeeld in surgical (met daar tegenover het OK-complex), medical, paediatrics, maternity (+neonatologie), de onvermijdelijke ‘TB isolation’ en malnutrition ward (twee grote tenten vol ondervoede kindertjes, maar ook volwassenen) en een hele drukke ER (alhier een kruising tussen een echte SEH en spoedpoli) waar soms wel tegen de 30 patiënten per dag worden opgenomen. Verder is er een mazelen epidemie aan de gang, met name door de vluchtelingen uit Soedan die niet gevaccineerd zijn, en is er daarom enige tijd geleden een grote tent ‘measles isolation’ bijgezet.

      Veel hele zieke patiënten; wat in het Westen complicaties heten zijn hier gewoon de symptomen waar mensen mee komen. Op OK veel brandwonden, infecties (álles infecteert in deze hitte), (open) fracturen, acute buiken en schot- en steekverwondingen. Relatief weinig verloskunde omdat er alleen sectio’s op maternale indicatie worden gedaan, niet voor foetale nood. Dat zegt ook wat over de omstandigheden hier..

      En inmiddels is het MSF ziekenhuis niet meer alleen de secundaire ‘health facility’ voor het IDP-camp (= Interrally Displaced People) van 120.000 mensen hier om de hoek en de zes primaire health facilities van MSF in de provincie Unity, maar ook voor de vijf overhaast uit de grond gestampte vluchtelingenkampen rondom Bentiu Town waar ook weer meer dan 250.000 mensen verblijven.

      Het zit niet mee in het jongste land ter wereld; de ene hongersnood is nog niet voorbij of hij wordt gevolgd door een (burger-)oorlog, gevolgd door een natuurramp, die weer als gevolg heeft.. etc. Er is al jaren sprake van ‘hit’ op ‘hit’ op ‘hit’ en het houdt maar niet op; behalve dat men nog kampt met de gevolgen van de overstromingen van de twee voorgaande jaren meldt zich nu een continu stroom van vluchtelingen vanuit Soedan. Al bijna 300.000 dus en er worden er nog minstens zoveel verwacht..

      Ik ben inmiddels driemaal in het IDP-camp geweest en daar werd ik echt heel verdrietig van. Niet zozeer van de armoede, maar van het grauwe, het grijze. De totale uitzichtloosheid; het gebrek aan perspectief sijpelt overal af en uit..

      Een somber stemmende situatie die al meer dan tien jaar bestaat en waar dus maar geen eind aan lijkt te komen.. waar ook geen snelle, klip en klare oplossing voor bestaat.

      In dit complexe geheel ben ik slechts een klein, bescheiden onderdeeltje..

      Jaaa.. dat laatste hè. Dat vindt mijn hoofd erg ingewikkeld. Want ik wil, ik wil, ik wil álles! Alles geven, alles doen, alles regelen, verbeteren, fixen, oplossen.

      ‘Keep it simple’, was het motto van de laatste NA Conventie en dat is het antwoord. Houdt het klein en eenvoudig, ‘Just for Today’ en heel veel het gebed om Kalmte, Moed en Wijsheid (vooral die kalmte om te accepteren wat ik niet kan veranderen..).

      Dus dat is wat ik doe; me met militaire discipline aan alle herstelsuggesties van het programma houden; dag voor dag voor dag.

      En dat gaat -tegen verwachting in misschien- heel goed. Natuurlijk ben ik soms ontzettend verdrietig; zoals afgelopen maandag toen ik een meisje van 16 ben verloren aan een necrotiserende fasciïtis nadat zij door haar broers was afgeranseld omdat zij niet met een oude knakker wilde trouwen die zij voor haar hadden uitgezocht. De zinloosheid, het geweld tegen vrouwen, altijd maar weer, altijd en overal, dus ook hier; frequent en ernstig..

      Maar ik ben ook vaak dankbaar en blij; dankbaar dat ik dit mag doen, dankbaar omdat een hele zieke freggle van 5 kg. na een grote buikOK nog leeft, dankbaar voor de stralende glimlach die ik iedere ochtend van Nyajima en Nyakuola (twee langliggers, één meisje met brandwonden, eentje status na laparotomie ivm. typhoid fever bij ondervoeding, allebei worden ze beter terwijl ze bijna dood waren..) krijg als ik de kinderafdeling op loop, dankbaar voor de knalrode, felgele en hemelsblauwe vogeltjes hier, de rode aarde en -last but zéker niet least!- de WiFi die het meestal redelijk doet zodat ik met mijn lief en mijn meiden kan communiceren.

      Na een maand zit de ‘In Case of Emergency’-kaart van mijn lief, samen met een -inmiddels waarschijnlijk meerdere malen gesmolten- reep Tony Chocolony voor diezelfde nood, nog ongeopend in mijn rugzak. 🙂

      P.S. De namen van meisjes en vrouwen beginnen hier allemaal met Nya.. omdat nyal meisje betekent in Nuer.