Belachelijk in balans in Bentiu is de ondertitel van mijn tweede blog vanuit dit Zuid-Soedanese paradijs.
Ik heb me door een collega die hier is opgegroeid laten vertellen dat de benaming ‘Bentiu Paradise’ ooit níet cynisch bedoeld was. Het was (is) hier namelijk ontzettend vruchtbaar en de velden waar mango’s, citroenen en guaves groeiden en waar okra en maïs werden verbouwd strekten zich eindeloos uit. Net als het water nu; want de Nijl wil zich, na drie opeenvolgende jaren van overstromingen, niet meer binnen haar oevers terugtrekken.
Maar over die balans dus; want de ‘In Case of Emergency’-kaart en noodreep van Tony Chocolony zitten nog altijd ongeopend in mijn tas. 🙂
Ik blijf maar opgewekt gelijkmoedig te midden van onrecht, armoede, ziekte en dood; is dat niet bizar?
Zou dat serieus aan mijn fervente gewandel en gemediteer liggen? Het wetenschappelijk bewijs voor meditatie (en wandelen) stapelt zich langzaam op; voor een angststoornis bijvoorbeeld blijkt mediteren net zo effectief te zijn als escitalopram, zonder de bijwerkingen. Mijn hoofd is nog steeds tegen, maar inmiddels moet ik ook om mezelf en mijn weerstand lachen.
Toen ik -vijf en een half jaar geleden alweer- in behandeling ging voor mijn verslaving keek ik samen met de vader van mijn meiden het programma door. Een dagelijks terugkerend iets op dit programma was yoga/meditatie. De vader van mijn kids zei meteen: ‘Nou, dat wordt dus helemaal niks. Je gaat er meteen vandoor want jij vindt dat grote flauwekul.’ Niet dus (dat er vandoor gaan), maar ‘enige’ scepsis, zéker non-verbaal, droop er vanaf tijdens die sessies. Met een overigens onverstoorbare ‘yoga-juf’; helemaal zen natuurlijk, die vrouw. Net als ik nu, hihi.
Die scepsis heeft behoorlijk lang aangehouden, maar ik vond de vijf minuten stilte op de meetings stiekem heerlijk, dus toen ook ik de onvermijdelijke suggestie van mijn sponsor kreeg om de dag met een bewust moment te starten en in de avond af te sluiten met een moment van dankbaarheid en bezinning besloot ik (met tegenzin natuurlijk 😉 ) het een kans te geven.. Mede ingegeven door de evidentie dus.
En vijf tot tien minuten besteden aan ‘positief ontwaken’ of ‘begin je dag met rust en stilte’ is ontegenzeggelijk een andere dagstart dan op je telefoon meteen de nieuwssites erbij pakken om te zien wie in politiek Den Haag nu weer heeft geblunderd of hoeveel bootvluchtelingen er weer zijn verdronken. Datzelfde geldt voor de avond; ‘mooie dagafsluiting’ of ‘dankbaarheid in de avond’ leiden er toe dat ik over het algemeen kan loslaten wat ik niet (meer) kan veranderen en dat ik dankbaar en gelukkig in slaap val.
Gedurende de dag die ertussen ligt sluit ik mijn ogen geenszins voor de realiteit, anders zat ik hier natuurlijk niet, maar het lukt over het algemeen goed om op een positieve manier mijn ding te doen. Het ding, de dingen die ik wél kan doen.
Mijn oudste twee dochters noemen me soms voor de grap ‘zweefteef’, maar ik trek écht niet alle meditatie- en mindfulness-shit; het moet wel ‘down to earth’ blijven. Als ene Faja begint over het openen van je ‘kruin-chakra’ (‘die zit boven op je kruin’ -> no shit, Sherlock, ik dacht in m’n reet) of ene Amber over ‘je ademhaling verplaatsen naar je voeten’ (uhuh Amber, túúrlijk, maar fysiologisch helaas onmogelijk, lieverd), dan haak ik toch echt af.
Maar gelukkig zijn er voldoende realistische meditaties die met name focussen op je ademhaling en verder ruime stiltes laten vallen in plaats van met een zijige stem pertinente nonsens uit te kramen. En dat werkt schijnbaar louterend. Ik ben in ieder geval na twee maanden nog altijd positief en blijmoedig.
Het is hard werken; zeven dagen per week en regelmatig ook tot laat in de avond; zoveel heel zieke mensen en ze komen, door de omstandigheden ingegeven, laat, soms te laat. In de dienst opereren we veel acute buiken bij patiënten en patiëntjes van 3 tot 53 kg. die ook (bijna) allemaal andere dingen onder de leden hebben; luchtweginfecties, mazelen, malaria, TBC, HIV en -sowieso- ondervoeding. Helaas redden ze het dus ook niet allemaal. Geen IC met de mogelijkheid tot postoperatieve beademing en sedatie, geen noradrenaline op de perfusor, geen dialyse voor tijdelijk nierfalen, geen bloedkweken, geen TPN. Ook mijn freggle van 5 kg. (zie blog Bentiu Paradise part 1) heeft het niet gered; na 6 dagen keihard vechten was ze uitgeput..
Ik leer mijn Zuid-Soedanese collega’s steeds beter kennen en mijn respect voor hun toewijding, veerkracht en incasseringsvermogen groeit nog dagelijks; warme mensen, soms van weinig woorden, maar ze lachen altijd terug.
Ook het ‘expat-team’ bestaat uit bevlogen mensen die er binnen én buiten werktijd het beste van proberen te maken; we volleyballen na werk tot het donker wordt waarbij ‘the Nigerian overdose mix’ keihard uit de XL size speaker klinkt, er is een crappy gym ingericht en er zijn karaoke- en spelletjesavonden. Vorig weekend hebben we onder de Afrikaanse sterrenhemel een heus drie gangendiner voorbereid en opgediend aan versierde tafels (helaas moest ik na het voorgerecht naar OK, maar het was gelukkig een heerlijk voorgerecht, hihi).
Ik heb mijns inziens al bij al geen enkele reden om iets anders dan vriendelijk en verdraagzaam te zijn, toegewijd aan de patiënten en collega’s. En dat geeft veel voldoening. Veel meer dan de onvermijdelijke frustraties nu en dan.
Want, zoals enige tijd geleden in één van de ‘Just for Todays’ stond; ‘Iets betekenen voor de wereld, iets bijzonders bijdragen, is misschien wel het grootste verlangen van het menselijk hart.’