06 83 97 13 77 help@doktersindeknel.nl

      Door de mand (ge-)vallen

      27 06 2020 | Blog

      Mijn verwoede poging om wetenschappelijke evidentie te vinden voor de (on-)zin van praten en dat met jullie te delen (als vervolg op mijn blog ‘Uitgeluld’ van twee weken geleden) werd zojuist onderbroken door een afspraak met een heuse professor. Zij wilde mij interviewen voor haar nieuwe boek.

      Een hoogleraar uit Leiden met een eigen adviesbureau. Spreker, schrijver en psycholoog. Een veelgevraagd expert op het gebied van duurzame inzetbaarheid en sociale innovatie. En die wilde mij interviewen.

      Hoe cool is dat? Of hoe lauw? Want ‘lauw’ is het nieuwe woord voor ‘cool’, geloof ik. Nou ja, nieuw.. Lauw betekent al lang niet meer alleen ‘niet koud en niet warm’. Zelfs in de Van Dale wordt inmiddels ook de informele betekenis van lauw vermeld: ‘leuk, relaxed’. Weinig toepasselijk, als je het mij vraagt. ‘OK, Boomer’, zouden mijn dochters zeggen.

      Enfin, klokslag 10.00 uur stond er dus een intelligente, sympathieke en aantrekkelijke professor voor mijn deur. Wauw! 🙂

      Ze bestudeert al jaren arbeid(-sverhoudingen) en wat daarin beter kan én moet. Omdat werken met liefde voor alles en iedereen beter is, zelfs voor productiviteit en efficiëntie. Inmiddels snapt ook iedereen dat, behalve die vermaledijde managers..

      Via een bevriende huisarts was ze op het interview met mij in Medisch Contact (MC 27 november 2019) gestuit en wilde ze van mij weten hoe liefdevol er op de werkvloer met verslaafde dokters omgegaan wordt. Uhuh..

      Het was een prettig gesprek dat alle kanten uit meanderde en op een gegeven moment viel het woord ‘impostor’. Het ‘impostor syndrome’; ik had natuurlijk weer onder een steen gelegen en dus geen flauw idee wat ze daarmee bedoelde. ‘Nou, zei ze, dat is iemand die eigenlijk altijd bang is door de mand te vallen.’ 

      ‘Het oplichterssyndroom, bedriegerssyndroom of bedriegersfenomeen is een term die in de jaren 1970 werd geïntroduceerd door psychologen en onderzoekers om mensen te beschrijven die niet in staat zijn hun prestaties te internaliseren. Ondanks externe bewijzen van hun competentie, blijven mensen met het syndroom ervan overtuigd dat ze bedriegers zijn en hun succes niet verdienen. Blijken van succes worden afgedaan als geluk, timing of het resultaat van het misleiden van anderen waardoor die denken dat zij intelligenter en competenter zijn dan ze zelf geloven. Het oplichterssyndroom komt meer voor bij succesvolle vrouwen’ (bron: Wiki, uiteraard :).

      De term werd in 1978 voor het eerst geïntroduceerd door de klinisch psychologen Suzanne Imes en Pauline Clance, maar er stond vorig jaar nog een uitgebreid artikel over in het Psychologie Magazine. Met de daarbij horende (zeer prijzige) trainingen om je angsten te verkleinen en je zelfvertrouwen te vergroten.

      Wat is dat toch met vrouwen en hun gevoel voor eigenwaarde? Verslaafden hebben overigens over het algemeen ook geen overmatig gevoel voor eigenwaarde. Helaas..

      Daarna ging het over schaamte. Schaamte en schuld.

      Heftige onderwerpen, zou je zeggen, maar ik zou ik niet zijn als ik er niet schaamteloos op los zou babbelen.

      Als ik dan toch zo voorbij de schaamte ben, waarom draal ik dan zo met het schrijven van Stap 4 (‘We maakten een grondige en onbevreesde morele inventaris van onszelf op.’)? Waarom wimpel ik ieder verzoek om te spreken op een meeting af? Waarom heb ik nu, na dit gesprek, ook weer het gevoel dat ik meer stoer en grappig geluld heb dan daadwerkelijk tot de kern te zijn gekomen?

      Maar moet ik wel tot de kern komen? En welke kern dan?

      Ik vind het lastig om terug te gaan naar de pijn van verslaving. Want die is er natuurlijk. Veel pijn, heftige pijn. En schaamte, schuld en spijt horen daarbij. Maar dat is mijn eigen pijn. Mijn eigen schaamte, schuld en pijn. En zowel mijn matties als mijn patiënten voelen dat haarfijn aan. Daar mag je, maar hoef je niets over te zeggen. En wat levert het je op voor je herstel? Het zijn de niet-addicts die daar in willen peuren. Journalisten van de Telegraaf en Trouw, allerlei semi-professionele organisaties die (met name na mijn interview met MC) mijn verhaal wilden horen. Als ik dan zei dat ik best wilde praten, maar dat mijn verhaal slechts onderdeel is van mijn boodschap van herstel, haakten ze vaak af.

      Sensationele verhalen over dronken dokters of zichzelf op het werk met opiaten injecterende artsen doen het schijnbaar  beter dan een voorlichting over Physician Health Programs (PHP’s -> de goed werkende hulpprogramma’s voor artsen die kampen met problematisch middelengebruik); met als take home message dat verslaving een goed behandelbare chronische hersenziekte is die iedereen kan overkomen. Zeer menselijk en niet iets waar je je voor hoeft te schamen.

      Niemand zou zich voor zijn of haar eigen menselijkheid moeten schamen, trouwens. En nee, daar schaam ik me inderdaad niet voor, en dus ook niet voor mijn verslaving. Hoe miserabel ik me ook voelde na die positieve alcoholspiegel op het werk en in de eerste weken en maanden van herstel, ik heb me door niemand schaamte aan laten praten. Hoewel dat heel hard geprobeerd is door diverse, zichzelf respecterende, mensen. Zodat we één en ander stiekem via de achterdeur weg konden moffelen. Want dat zou beter zijn voor mij.

      Maar dát ging er bij mij niet in. Vanwege mijn gevoel voor eigenwaarde dat regelmatig geblutst maar nooit weg geweest is? Of omdat mijn hele leven al een oefening in schaamteloosheid is? 🙂

      Maar ik dacht en voelde al heel snel: Als ik me schuldig voel, dan is dat mijn schuldgevoel. En als ik me schaam, dan is dat mijn schaamte. Who the F* ben jij om over mij te oordelen!?!

      Ik heb me nog nooit meer gevoeld dan een ander, maar ook niet minder.

      Maar jezelf eigenlijk helemaal prima vinden, daar vinden mensen óók weer van alles van..