Het was op een grauwe vrije vrijdag in december afgelopen jaar, een verloren dag, want weer de nasleep en kater van een ongepland en ongecontroleerd drinkgelag, dat ik de wanhoop nabij was.
‘Ik voel me zo mistroostig als het weer (triggerfinger).’ Ik was mijn drinken zo zat dat ik in een opwelling de telefoon heb gepakt en het nummer van ‘doktersindeknel’ gebeld heb. Het artikel over een verslaafde dokter en haar website, dat een paar weken eerder in Medisch Contact was verschenen, had me na het lezen ervan niet meer los gelaten. De boodschap bleef irritant rondzoemen in mijn hoofd.
Doodeng maar broodnodig voelde het en tevens mijn ‘laatste hoop’, na al meerdere tevergeefse pogingen de afgelopen jaren om iets te veranderen aan mijn alcoholintake.
Mijn verhaal klinkt misschien helemaal niet zo dramatisch; ik heb de afgelopen dertig jaar eigenlijk onafgebroken (op drie zwangerschappen na) en meestal met veel plezier gedronken. In eerste instantie af en toe, tot uiteindelijk veel te vaak en veel te veel. Voor de lol tijdens etentjes, op borrels en feestjes, meestal in kroeg of restaurant, daarna ook thuis, voor ontspanning na een zware werkdag, ter verlichting van de zorg voor kleine kids na een toch al enerverende dag, later als vlucht uit, en ontkenning van, een steeds slechter wordende relatie. Er kwam een echtscheiding, mijn vader werd ernstig ziek, noem maar op, er waren inmiddels redenen te over, altijd. Evenals vele, vele katers en verloren katerdagen..
Met het bellen en om hulp vragen aan een verslaafde collega heb ik de eerste stap gezet op weg naar een nieuw begin.
Ik had mijn leven nog op orde, er was genoeg de moeite waard en ik was dankbaar voor heel veel. Ik had een keuze.
Niet om mínder te drinken, daar ben ik inmiddels wel achter. Maar wel om níet te drinken. Dit ook echt willen en oprecht verkiezen boven hoe het was. Ik kon niet overzien hoe dat dan zou zijn. Onmogelijk! Ik? In mijn leven? Mijn leven dat doordrenkt was van sociale drinkmomenten. Onvoorstelbaar! Dat had ik heel lang niet als een reeële optie gezien. Een onmogelijke weg, maar het was de enige weg. Want minderen, dat had ik al zo vaak gedaan.
Met hulp ging ik die weg volgen. Ik was bereid.. dacht ik.
Het lukte weliswaar niet meteen zoals ik het zou willen, maar het begin was toch zeker gemaakt. De erkenning van mijn machteloosheid tegenover de drank, het me bewust worden van mijn verslaving.
Het besef, en de acceptatie, dat het bij mij anders werkt dan bij de meeste anderen in mijn omgeving. Mensen die wel normaal kunnen drinken, die dat vaak met mate en bij tijd en wijlen ook vol overgave niet met mate doen maar altijd kunnen stoppen. Mensen waar ik stikjaloers op ben. Ik vrees dat ik al een behoorlijke tijd aan de definitie van een ‘high functioning alcoholic’ voldoe.
De buitenwereld merkte er (nog) niet zo veel van.. Ik dronk (meestal) niet overdag. Wel eens een dag niet. Maar wel altijd het meeste; op een borrel, bij een etentje of op een feestje. Altijd de gezelligste. Altijd de laatste. Soms gênant. Soms pijnlijk. En steeds vaker alleen. Zomaar. Een fles open was een fles leeg. En steeds vaker dan op zoek naar meer. Langzaamaan was ik de controle over de drank, en over mijn leven, aan het verliezen.
Te vaak te veel. Ik begin en kan niet meer stoppen. Ook al staat er de volgende dag iets belangrijks op het programma, sterker nog, misschien wel juist als er de volgende dag iets belangrijks gepland staat. Geen controle. Machteloos. Stuurloos.
Daarna hulpeloos, radeloos en moedeloos. Je heel klein voelen: ‘the day after’. Angst, paniek, somberheid, onzekerheid. Het grote, angstaanjagende gevoel van controleverlies over je leven. Zo’n verschrikkelijk, afschuwelijk gevoel. Daar woog de kortdurende vlucht in de drank en de roes van het moment niet tegen op. Eigenlijk al heel lang niet meer.
Twee keer heb ik een heel bewust psychologisch traject in de verslavingszorg afgerond. Beide keren is er letterlijk niets veranderd. Ook ben ik talloze boeken, inzichten en gesprekken verder. Ik heb mezelf en mijn omgeving zo lang voor de gek gehouden. Zó erg was het toch niet.. Mijn verslaafde brein was zo inventief en overtuigend; ik had geen schijn van kans. Ik voelde me reddeloos, verloren. Zag, op een gegeven moment, gewoon geen uitweg meer.
De eerste stap, die is gezet..