Want nu heb ik dus een manier gevonden waarvan ik denk en eigenlijk wel zeker weet dat die mij gaat helpen. Stoppen. Veranderen. En stoppen kan ik zelf, maar gestopt blijven kan ik niet alleen. Ik vond het een enorme drempel om naar de AA te gaan, maar ik ging. Te zwaar, te heftig voor mij… zo erg was het toch niet??! Het bleef in mijn hoofd hangen.
Na drie maanden alcoholvrij -een absoluut record voor mij!- waarin ik door fysieke omstandigheden niet naar de meetings kon blijven gaan (na een keertje of twee) en eigenlijk ook nog steeds niet dacht dat het echt iets voor mij was, dacht ik toch weer dat ik het wel weer kon. Met mate drinken, sociaal drinken, normaal drinken.
Ondanks de rust in mijn hoofd door het niet meer hebben van energievretende, oeverloze interne discussies over wel/niet; hoeveel wel/niet, waar wel/niet, wanneer wel/niet. Ondanks dat ik af was van de grote lichamelijk, maar voornamelijk psychische, ellende van de katers en de opluchting en de blijheid die mijn voortdurende nuchterheid met zich meebracht. Ondanks het 24/7 in de auto kunnen stappen, het zó lekker slapen, de helderheid en hóe ik me ook voelde nooit te hoeven twijfelen of het iets met drankgebruik te maken had (en zo kan ik nog wel even doorgaan met een lijst van heerlijke voordelen van niet drinken). Ondanks de stem van mijn coach in mijn hoofd (tegen wie ik had gezegd dat ik tenminste een jaar niet wilde drinken) die zei dat het mijn verslaafde brein was dat met me aan het onderhandelen was, ben ik er toch weer ingetrapt. Ik dacht er weer op los. Bij mij was het anders. Niet zo erg. Ik hoorde niet bij die groep echte verslaafden.
Het begon met een glas wijn bij een etentje. Zomaar ineens impulsief omdat ik dus dacht dat het wel weer kon. Twee weken later was het wederom impulsief een fles. Weer een week later meer dan een fles en al snel weer meerdere dagen per week. Sluipend, geniepig en doortrapt. Op een onbewaakt moment toegeslagen en weer verloren.
Inmiddels weer een aantal weken geleden gestopt.. geweest.
Met dezelfde overgave als de eerste keer. Gemotiveerd. Klaar. Zeker. Maar door nu elke week naar een meeting te gaan zou ik scherp en waakzaam blijven en kon ik de baas blijven over mijn verslaafde brein. Ik had weer moed. Ik was positief verrast door de inhoud van de teksten en onderwerpen die behandeld worden op de meetings. Door de er toe doende verhalen van lotgenoten. De (h)erkenning. De diepgang. Mensen zoals ik, alcoholist. Die mij een spiegel voorhouden. Die me steunen door hun verhalen. Het goede gevoel delen over nuchter zijn en daar voluit van genieten. Maar ook de worsteling om terug te komen na een terugval, het gevaar dat continu op de loer ligt, de gevolgen daarvan. De onvoorwaardelijkheid van welkom zijn. Ik ben nog maar net begonnen, met vallen en opstaan, maar dit lijkt voor mij de weg van de toekomst waar ik vertrouwen in heb.
Ik kon twee weken achter elkaar niet naar de meeting en toen ging het weer mis. Deze keer was het anders.. Ik ‘koos’ voor een korte stopbreak, om meerdere ‘zwaarwegende’ redenen. Einde van een nieuwe relatie, zorgen om zoon, hoge werkdruk en grote veranderingen op komst, vakantie, een vakantietripje met een vriendin. Even een ‘stoppauze’, want stoppen kon ik toch altijd weer?
Maar ik weet nu beter. Ik koos niet. Ik was weer overgeleverd aan de grillen van mijn verslaving. Een aantal dronken dagen verder, de laatste uitgelopen op een kater en vertwijfeling, zag ik het weer helder. En herinnerde ik me alle verhalen en boeken die ik gelezen heb over alcoholisme en het gevoel van herkenning. En weet ik dat er maar één weg is, ook voor mij.
Die van aangelijnd blijven in de vorm van meetings. Niet zoveel nadenken, maar gewoon doen. Ik zie en ervaar dat het denken, waar ik zoveel aan heb in de rest van mijn leven, een valkuil is voor mijn verslaving. Gewoon volgen. Overgeven aan. Ik haak weer aan. Ik ga weer verder. Het is hard werken voor herstel, maar drinken is nog veel harder werken. Ondanks dat ik al twee keer weer opnieuw moest beginnen in deze zeven maanden blijf ik positief en gemotiveerd en leer ik van mijn ervaringen. Ik probeer het niet als falen, en mezelf niet als een loser, te zien maar vooral als telkens weer een stapje dichterbij mijn doel. En vooral niet op te geven. Dit is mijn missie en mijn weg; waar ik wel hulp bij nodig heb.
Uiteindelijk heb ik, na de eerste stap genomen te hebben, van de zeven maanden er vier geheel niet gedronken, die andere drie een stuk minder dan voorheen, tijdens de laatste ‘terugval’ (ik begin me het jargon eigen te maken) 🙂 niet meer alleen gedronken. De balans opmakend heeft het me nu al veel gebracht. En belangrijker, de motivatie is er nog steeds meer dan ooit.
Ik hoop dat ik hier ooit met een glimlach op terug kan kijken. Mijn begintijd. De start met hindernissen. Het vallen en opstaan. Ik kijk uit naar dat moment. Ik heb zoveel zin in het leven, zonder alcohol. En dat kan ik niet alleen. Ik heb de eerste stap gewoon voor de derde keer gezet; ik heb vertrouwen en ik weet waar ik heen wil. En ik hoop van harte dat ik aan het herstel van anderen kon bijdragen door mijn verhaal te delen. Mijn verhaal, dat misschien (nog) geen drama noch een successtory is, maar er wel een is… één van volharding.. en van vertrouwen. En daarmee één van hoop.