Ik ben er nog.. sterker nog; ik zit hier, op de vroege ochtend, heel kalmpjes mijn blog te schrijven. ‘Clean and calm’, zoals er zo mooi op de veelkleurige NA sleutelhangers staat die de mijlpalen markeren. Nou ja, veelkleurig, de ‘meerdere jaren’ sleutelhanger is zwart. Dus vanaf twee jaar cleantijd krijg je er ieder jaar een zwarte bij.
Dat vind ik inmiddels prima; ik ga ervoor om ieder jaar een extra zwarte sleutelhanger te verzamelen, maar dat was in het begin wel anders. Ik weet nog dat ik in pril herstel (de oude rotten vinden mij trouwens nog een ‘beginner’ hoor -> en als je vijftien jaar op de teller hebt staan heb je natuurlijk gewoon gelijk), na het ophalen van de rode sleutelhanger (90 dagen) ineens ging verkondigen dat rood mijn lievelingskleur was. Dat het toch ook mooi zou zijn om rode sleutelhangers te verzamelen. Iedere drie maanden totaal los gaan, alles doen wat God en de wet verboden hebben en dan gewoon weer opnieuw beginnen. Het leek me wel wat. 🙂
Overtuigd van de redelijkheid van dit besluit ging ik het ook verkondigen tegen lief en matties. Mijn lief reageerde verontrust, mijn matties, die met meer tijd op de teller dan ik, keken meewarig naar mij, mijn verslaafde brein dat zo overduidelijk aan het woord was. De laatste banen van mijn prefrontale cortex naar mijn ‘apenbrein’ die nog functioneerden zonden uit alle macht ‘Just for today’ en ‘pak een paar extra meetings-signalen’ uit. Drie maanden later was ik dolblij met de blauwe sleutelhanger.
Deze week, na het interview met mij in de Volkskrant van afgelopen zaterdag, maar niet alleen daardoor, is mijn leven ontploft (in mijn hoofd dan, meerdere malen zelfs) en ik heb niet eens aan gebruiken gedácht.
‘In het begin wíl je niet meer gebruiken, maar er komt een tijd dat je niet meer hóéft te gebruiken en dát is herstel’, zei in het begin een mattie tegen me. Die uitspraak begin ik nu, na bijna tweeëneenhalf jaar cleantijd, te snappen. Toentertijd, midden in de struggle om die kloteverslaving de baas te worden, kon ik er helemaal niks mee. Alhoewel hij me wel altijd is bijgebleven..
Maar goed, afgelopen weekend zag ik dus door de bomen het bos niet meer. Iedereen moest mij hebben; radio, televisie, literair agenten, vrienden, collega’s en natuurlijk een boel dokters in de knel. Waarbij de laatste opvallend bescheiden waren. Opmerkingen als: ‘Je zult het nu wel druk hebben’, ‘het kan ook een andere keer’, en ‘misschien komt het nu helemaal niet uit’, waren niet van de lucht. Halloo!!!??! dokters in de knel, hoezo, het komt niet uit??!? dokters in de knel? Voor jullie doe ik dit hoor. Het komt áltijd uit, en als het niet uitkomt dan máák ik dat het uitkomt!
Een enkeling was zo dronken toen hij me durfde te bellen dat hij, toen ik de volgende dag terugbelde, vergeten was dat hij me gebeld had..
Enfin, mijn laatste opleidingsjaar tot verslavingsarts is ook afgelopen week gestart, met de bijbehorende uitgebreide uiteenzetting van alles wat er -behoudens fulltime werken- nog van ons verwacht wordt aan referaten, voordrachten, beoordelingen en artikelen, en op mijn nieuwe stageplek, waar ik de ‘vibe’ echt top vind, gaan we een grote reorganisatie tegemoet. Ook stond mijn vader ineens aan de deur omdat het thuis niet meer ging. Dit weekend dus naar Brabant afgereisd waar miserie en verdriet bij ouders, andere broer en vrouw groot waren..
Al deze dingen tegelijk bij elkaar in míj́n hoofd -> dat wás groot, dat wérd groter en groter en groter..
Daar waren ineens de Mount Everest aan destigmatisering die nog plaats moet vinden, de K2 aan familieleed dat opgelost moet worden, de Kanchenjunga aan dokterleed waaraan hoognodig gecoacht moet worden, de Makalu aan werk-/opleidingseisen dat me komend jaar te wachten staat en de Cho Oyu aan media aandacht..
Ik sprak dit uit, naar mijn lief en naar matties. Dat klinkt nu heel ‘clean and calm’, in de werkelijkheid overviel ik mijn lief telefonisch met een geëmotioneerde, totaal overtrokken monoloog en mijn shares op de twee meetings waren ook niet bepaald het toonbeeld van gestructureerd delen van hoop, kracht en ervaring.. Maar ik deed het!
Het benoemen van de ‘bijna paniek’, het beschrijven van de chaos in mijn hoofd en het aanwezig zijn op de meetings; de mantra’s, het luisteren naar en leren van anderen, brachten de vijf hoogste bergen ter wereld weer terug naar de proporties van het glooiende Limburgse heuvellandschap. 🙂
Los gelaten waar ik nu nog niets mee kan of hoef, geaccepteerd waar ik geen invloed op uit kan oefenen en het vertrouwen dat de dingen gebeuren zoals ze gebeuren met een reden, heeft er in geresulteerd dat de innerlijke rust is wedergekeerd en ik hier in het zonnetje kalmpjes achter mijn laptop zit. Wat is het leven toch mooi en makkelijk in herstel.
Wat betreft de Cho Oyu; daarbij hebben Prinsjesdag gevolgd door de Algemene Beschouwingen en de immer voortdurende crisis ‘C’ ook een handje geholpen.