Gisteravond naar een prachtig concert geweest van de Hothouse Flowers in een oude synagoge in Den Bosch. Voor wie de Hothouse Flowers niet kent; het is een Ierse rockgroep die traditionele Ierse muziek samenvoegt met invloeden uit soul en rock. Ze werden eind jaren tachtig ontdekt door Bono van U2. Een van hun mooiste liedjes vind ik ‘Good for you..’
En nu zit ik heerlijk Zen met een kopje thee mijn blog te schrijven. Zen? Van Zen-meditatie? Ik ging het toch maar even goochelen en kwam definities tegen die varieerden van ‘gewoonheid’, monotasking’ en ‘Zen is eigenlijk extreem simpel’ tot ‘Chan is een school van het Chinese mahayana-boeddhisme’ en ‘Zen is een vorm van boeddhisme die sterk de nadruk legt op dhyana waarbij inzicht wordt verkregen in de eigen ware aard om zo een weg te openen naar een bevrijde manier van leven’. Extreem simpel dus.
Enfin, het ware Zen of niet, dankbaar ben ik in ieder geval. Dankbaar voor jullie, lezers van mijn blog, en dankbaar voor de vele, vele reacties die ik op het interview in het Medisch Contact van 28 november heb ik gekregen. Zoveel hartverwarmende reacties dat mijn inbox uitpuilde, dag in dag uit. En zelfs na twee weken druppelen er nog pareltjes binnen.
Zoveel collega’s die begrip en herkenning vonden in mijn verhaal, zoveel waardering voor mijn openheid, complimenten voor mijn moed en eerlijkheid. Talloze, uitsluitend positieve, reacties. Dat laatste zal wel komen omdat ik niet op Twitter zit.. 😉
De combinatie van de woorden ‘stoer’ en ‘kwetsbaar’ kwam vaak terug. Dat ik daar niet allergisch op reageerde deed me beseffen hoeveel verder ik ben dan -pak ‘m beet- anderhalf jaar geleden. Mijn lief was de eerste die deze twee woorden in één zin zette die over mij ging. Ik kokhalsde nog net niet..
Maar dat was toen, toen ik nog nergens bang voor was, dacht ik. En niet stoer, eerder ongenaakbaar, júíst uit pure angst (zie blog 19 november).
Of ik daadwerkelijk stoer ben, daarover oordelen laat ik aan anderen. Kwetsbaar voel ik me niet, integendeel. Ik probeer eerlijk te zijn, altijd geprobeerd, zelfs in actieve verslaving. En wie niets te verbergen heeft is mijns inziens op een bepaalde manier onkwetsbaar.
Daarom heb ik voor mezelf de term ‘addict’ ook als geuzennaam betiteld. Dat deed ik al met de benaming ‘pot’ toen ik lief en leed, huis en haard deelde met een vrouwelijke geliefde. Ik kan me nog herinneren dat we bij de chirurgie lunchten met collega’s, jaren geleden alweer, en dat één van hen zei: ‘Hé Audrey, ik hoorde dat jij samenwoont met een vrouw. Ik wil even zeggen dat ik daar helemaal geen problemen mee heb, hoor.’ Waarop ik antwoordde: ’Fijn meis, en ik hoorde dat jij samenwoont met een man, daar heb ik ook helemaal geen problemen mee, hoor.’ Toen was ze beledigd, want ze bedoelde het zo goed..
Maar ‘addict’ als geuzennaam dus. Addict bekt lekkerder dan verslaafde. Mijn matties zouden in herstel toevoegen aan verslaafde. ‘Ik ben … verslaafde in herstel of herstellende verslaafde.’ Zoals sommigen het ook op de meetings zeggen. En ze hebben gelijk; in actieve verslaving of in herstel, daar zit een wereld tussen.
Wat mij, de schaamte voorbij (goede autobiografische roman van Anja Meulenbelt uit 1976 over Tweede Feministische Golf), inmiddels opvalt is de reactie van anderen op jou (op mij dus) als verslaafde. En hoeveel dat over hen zegt.
Toen ik net in herstel was had ik een aantal gesprekken met een nare mevrouw van P&O. Zij genoot ervan om de woorden ‘verslaafde’ en ‘verslaving’ in ieder gesprek te gebruiken. Die hadden, uiteraard, betrekking op mij. Ze lachte daar dan uiterst minzaam bij. Op een gegeven moment zei ze, quasi besmuikt: ‘Ik vind het ook vervelend om het telkens te moeten zeggen hoor, maar ja, het is nu eenmaal zo, hè?’ Waarop ik droog antwoordde: ‘Ik vind het helemaal niet vervelend, ik zeg het zelf minimaal tweemaal per week op de meetings, dus no problemo, hoor.’ Net als die collega van de chirurgie vond ze mijn reactie niet leuk.
Als ik dit nog eens nalees valt het woordje ‘hoor’ me op.. Hmmm, interessant om eens naar te kijken; het gebruik van het woordje ‘hoor’. Maar ik dwaal af..
‘De kracht van kwetsbaarheid’ (mooie TED talk van Brené Brown) en ‘maak van je zwakte je kracht’ of zoiets. Het klopt wel. Openheid is misschien niet de enige maar zeker meest effectieve manier om angst en onwetendheid te bestrijden en daarmee stigmatisering te lijf te gaan. Wat ik ook bepleitte in mijn eigen TED talk op de ‘Dag van Herstel’ (en waarvan ik de tekst inmiddels integraal op mijn forumpagina heb gezet, bij gebrek aan YouTube filmpje).
Dat er nog een lange weg te gaan is bleek ook afgelopen week weer; Ik was bij een collega, tevens hoogleraar, in Rotterdam (iets met patiëntveiligheid) die ook werkzaam is voor de IGJ. In die hoedanigheid zocht ik hem op. Om meer te weten te komen over ‘the black box’ die de inspectie is en om het orgaan achter de dreigementen te leren kennen, zodat ik mijn mensen beter kan helpen. Hij zei, onder andere; ’in tegenstelling tot andere patiënten zijn verslaafden natuurlijk onbetrouwbaar’, ook had hij het ergens in het gesprek over ‘verslaafden, net als normale mensen’. Toen ik daarop een wenkbrauw optrok dacht hij zichzelf te corrigeren door er snel aan toe te voegen: ‘Nou ja, je begrijpt wel wat ik bedoel.’ Nee, eigenlijk niet, vertel eens?
Al jaren geleden is aangetoond dat verslaving een ziekte is en geen keuze/zwaktebod en dat het ook als zodanig moet worden behandeld. Ook blijkt uit cijfers dat ongeveer 15% van ons (dokters) aan een vorm van die ziekte lijdt. Een goed te behandelen ziekte. Dat wil niet zeggen dat een en ander ook daadwerkelijk geland is in brein en benadering van de inspecteurs van de IGJ. Tsja, het zijn natuurlijk net normale mensen. Nou ja, je begrijpt wel wat ik bedoel, toch?
P.S. Voor de oplettende lezers; ja inderdaad, ‘(ex-)lief’ is (weer) ‘lief’ geworden. Nou ja, lief was hij nog altijd, héél erg lief zelfs; de lekkerste anesthesiemedewerker aller tijden, de music-man, mijn balans-mannetje, mijn favoriete metgezel op elk avontuur, de beste buddy die er bestaat, de grappigste, geilste en gevoeligste witte man van middelbare leeftijd die ik ken, mijn knuffelkoala.. Oké, oké, ik zal mijn mateloosheid intomen en de superlatievenlawine per direct stoppen. Maar vorige week heb ik dus, na maandenlang wikken en wegen, dubben en denken, de knoop doorgehakt. Mezelf samen met dichtbundel en chocoladeletter in Sinterklaaspapier gewikkeld en in dichtvorm aangeboden. Hij heeft ‘ja’ gezegd..