06 83 97 13 77 help@doktersindeknel.nl

      In the Spanish mountains

      01 10 2022 | Blog

      Gisteren: 10.074 stappen, een lachertje! Maar dat was dan ook een ‘gewone dag’. We kwamen teruggereisd vanuit de Spaanse Pyreneeën naar Nederland.

      Eergisteren: 16.625 stappen want de laatste dag ‘was slechts om uit te lopen’ en we namen een deel van de route de Cremallera (een schattig boemeltreintje dat al ruim 100 jaar door de bergen omhoog tuft) richting Núria.

      Woensdag: 23.418, dinsdag: 26.977, maandag: 22.773, zondag: 26.472 en zaterdag: 38.976 stappen. Info van de app ‘gezondheid’ op mijn telefoon; die met dat rode, kloppende hartje. Voor degenen die niet dagelijks stappen tellen (ik, mijn telefoon ligt altijd ‘ergens’): 10.000 stappen is ongeveer 7,5 km.

      Zaterdag was de eerste dag van onze wandelvakantie in de Spaanse Pyreneeën. De dag dat we de GPS-tracker die we meegekregen hadden nog niet zo serieus namen en al wandelend verdwaald raakten in Frankrijk. We hadden geen ervaring met lopen via de GPS en volgden nog paden (redelijkerwijs). We wandelden door alpenweides vol koeien en paarden steeds hoger en uiteindelijk over rotsachtige bergpaadjes Frankrijk binnen. We hadden ergens ‘een afslag’ gemist..

      Uiteindelijk kwamen we -doorweekt, want de regen viel het laatste uur met bakken uit de hemel- tegen half acht aan in Molló. Net voor het donker. Behoorlijk essentieel als je gaat wandelen in afgelegen berggebieden, leerden we meteen die eerste dag.

      De oude pastorie van Molló was omgetoverd tot een knus hotelletje met haardvuur, heerlijke douche en dito bed. De eigenaresse was een struise dame, half Spaans, half Vlaams, die ons uit onze kleren pelde en deze in wasmachine en droger deed. Later, weer droog en warm in joggingbroek gekleed, werd ons een heerlijke maaltijd voorgeschoteld.

      De aimabele Belg die ons de dag ervoor had opgehaald en al jaren in het gebied woonde en wandelde, had op de GPS-tracker een route voor ons uitgezet door de bergen van Campródon naar Molló van 15,7 km. Wij liepen via Frankrijk om en dus het dubbele.

      De dagen daarna verloren we de lila lijn op de GPS-tracker (iedere dag een andere, voor ons uitgestippelde, wandeling) niet meer uit het oog. Soms wanhopig omdat er geen eind leek te komen aan de hoogtelijnen die het paars doorkruisten. Er zaten straffe klimgedeeltes in; onafgebroken omhoog gedurende 2, 3 en soms 4 kilometer. Hijgend als een stel oude postpaarden genoten mijn lief en ik van de prachtigste vergezichten.. Dik verdiend, hihi.

      Maar ook dalen was een uitdaging. Stijl naar beneden, vaak nauwelijks een pad, soms over losse en natte (= spekgladde!) stenen klunen; dat vergt concentratie. De motivatie hiervoor zat hem in het uitzicht kilometers de verte in én, vlak naast je, honderden meters de diepte in. 🙂

      Een week lang een uurtje of zes, zeven (1x ruim negen uur dus) per dag ‘hiken’, van het Engelse ‘hiking’ of ‘to hike’. Want bij ‘wandelen’ denk ik toch eerder aan het rondje dat ik hier in Delft centrum in het weekend loop; op mijn dooie akkertje met een latte to go in mijn hand.

      Het was prachtig én intens, de natuur eigenzinnig overweldigend en overweldigend mooi.

      Nuchter en het verlangen om te gebruiken inmiddels (meestal) volledig kwijt was het een onvergetelijke ervaring en voor herhaling vatbaar. Hoe anders zou dit geweest zijn toen ik nog dronk, als ik al aan een soortgelijke wandelvakantie begonnen zou zijn..

      Want de laatste jaren draaide mijn hele leven en denken om drank, in welke vorm dan ook: het verkrijgen, gebruiken en het vinden van manieren om aan meer te komen. Ik leefde om te drinken en dronk om te leven (-> vrij vertaald vanuit de Basic Text van de NA).

      Urenlang in the middle of nowhere vertoeven zonder drank, zonder zelfs maar het zicht daarop binnen afzienbare tijd, dat was al lang een gepasseerd station.

      Eerst koketteerde ik nog met bubbels in de ochtend, mediterrane lunches (lees: wijn, wijn, wijn) en ‘er is altijd wel ergens een ‘5’ in de klok’; later ging ik nauwelijks nog op pad zonder mijn Dopper(s) (zie blog: Over duurzame drinkflessen níet gevuld met H2O).

      Gevaarlijk werd het ook. Ik herinner me een zomervakantie in Italië waarin ik mijn Vito een stukje ging verzetten en hem bijna achteruit het ravijn in reed (een boom doorboorde de achterruit en ik bleef eraan hangen) en een skivakantie in Zwitserland waarbij ik meer dan ieder ander viel en daadwerkelijk een ravijn in ben geskied; gelukkig had het overvloedig gesneeuwd en was de landing zacht, maar 4 meisjesharten stonden kortdurend stil.

      Echt genieten, volledig vrij zijn van die eeuwige ‘urge’, andere doelen en uitdagingen hebben, gewoon met hele andere dingen bezig zijn; het leek me lange tijd vrij ongelofelijk, maar het maakt ongelofelijk vrij.