Week twee is al op de helft.. inmiddels zitten we op een prachtige camping in zuidwest Toscane. Een ‘glamping’, want tenten compleet met ruime buitenkeuken in situ. Op een heuvel gelegen tussen olijf- en pijnbomen, kastanjes en beuken, ceders en cipressen. Met een schitterend uitzicht op een vallei, meer heuvels, kasteel, kerk en stadje. En in de verte de zee, waar de zon ’s avonds adembenemend mooi in verdwijnt.
Alhoewel ik de enige binnen ons gezin ben die echt van kamperen houd (voor de puristen onder ons: nee, inderdaad is dit niet het ‘ware kamperen’, er is zelfs elektriciteit bij de tenten, en een gasfornuis, dus minder ruimte voor de pyromaan die ook in mij schuilt), schikt de rest zich gedurende 4 dagen manmoedig in zijn (eigenlijk ‘haar’, er is maar één mannetje bij) lot. Ondanks de niet aflatende stroom (tijger-)muggen en andere stekebeesten. Vooral dochter nummer 1 en 2 worden helemaal lek gestoken, waarbij de fysiek van de oudste daarop reageert met enorme infiltraten. Kleine dingen (in dit geval kleine beestjes) kunnen grote ongemakken veroorzaken. Zoals kleine dingen ook tot groot geluk kunnen leiden.
De ‘voice note’ die mijn (ex-)lief mij stuurde vannacht bijvoorbeeld. Wij sturen elkaar regelmatig ingesproken berichtjes via WhatsApp. Om elkaar’s stem te kunnen horen, omdat je ze op ieder gewenst moment af kunt luisteren en omdat het een stuk sneller is dan typen als je veel tegelijk wil zeggen. Maar het ingesproken berichtje van vannacht ging dus over kleine dingen. Hij las een verhaal voor van Nico Dijkshoorn dat over shampoo ging. Waarvan er in zijn kindertijd nog maar één soort was. De groene soort. Geen Andrélon ‘Perfecte Krul’ die de meiden thuis hebben of de ‘Shampoo con olio di camelina ed estratto do noce verde’ van het huismerk van de lokale supermarkt waarmee we hier het zout en zweet uit ons haar wassen. Groene shampoo, dat wel.
Maar eigenlijk ging het verhaal niet over shampoo. Het ging over zijn moeder. Zijn moeder die toen hij klein was altijd liefdevol zijn haar waste en toen hij groter werd nog altijd wonderen kon verrichten door -als hij zelf zijn haar waste en dacht dat de shampoo op was- hem te komen redden door wat water in het flesje te doen en zo ‘nieuwe shampoo te maken’.
Het verhaal ging over de liefde van een zoon voor zijn moeder. Het heeft mij aan het denken gezet over mijn relatie met mijn eigen kinderen. Mijn vier prachtige dochters waar ik zielsveel van houd. Altijd al gedaan, maar sinds ik in herstel ben zoveel bewuster. Bewust intenser. Ook dat is een cadeau, een groot cadeau tijdens mijn herstel. De tijd die ik gekregen heb om aan mijn dochters te besteden. Die heb ik dan ook geprobeerd zo goed mogelijk te gebruiken. En dat was én is nodig.
Vroeger waren ze er ‘gewoon’. En ik hield ‘gewoon’ zielsveel van ze. En natuurlijk ging ik voor ze door het vuur. Dat sprak allemaal voor zich, door hoefde we het niet over te hebben. Dat hele wazige ‘moederschapsgezever’; ik moest er niets van hebben. Ik moest goed voor ze zorgen en ze moesten streng doch rechtvaardig opgevoed worden. Daar stond ik voor. Van een ‘moderne opvoeding’ zoals ook mijn ouders het minachtend noemden, moest ik niets hebben. Een goede opvoeding geven was een opdracht en die nam ik serieus. Zoals de opdracht om een hele goede, gedreven tropenarts zijn. En later een hele goede, gedreven anesthesioloog. En vanwege die laatste twee missies, en mijn feministische overtuiging daarbij, delegeerde ik de zorg voor mijn kinderen vaak. Daar was natuurlijk een zeer zorgzame, liefdevolle vader en de oppassen deden ook hun best. Maar zelden ging het precies zoals ik gewild had. Misschien gelukkig, achteraf..
Ten tijde van mijn actieve verslaving was ik vaak en snel boos, later trok ik me steeds meer terug in mijn eigen appartement om mijn problematisch geworden drankgebruik aan hun oog te onttrekken. Dat dat laatste redelijk gelukt is én dat er nooit ongelukken gebeurd zijn, met hen door mij, is voor mij een bewijs dat er een Hogere Macht bestaat. In welke vorm dan ook.
Ook voor hen prijs ik me zeer gelukkig met de dingen die ik tijdens mijn herstel geleerd heb; over het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen, eerst naar je eigen aandeel kijken, je trots opzij zetten. Je openstellen, je kwetsbaar tonen. Allemaal dingen die ik aan het leren ben, en die nodig zijn om een goede moeder te zijn voor vier hele mooie, maar ook zeer gevoelige meisjes. Want onvoorwaardelijk van ze houden is één ding, ze dat ook daadwerkelijk tonen, hen laten voelen dat ze goed, meer dan goed, geweldig, zijn zoals ze zijn, iets anders..
Meer dan wat ook, wil ik hen daarvan doordringen. En ook al ziet met name nummer 1, mijn tobber van 17, dat heel vaak niet; ze zijn onwaarachtig prachtig, mijn meiden. Alle vier.