Was mijn blog vorige week nog gegarandeerd Corona vrij, deze week niet meer..
Niet omdat ik aanvullende instructies voor het wassen van handen wil geven, of voor hoesten en niezen in je elleboogplooi. Of omdat ik, als zoveelste medisch specialist, iets wil vinden van hoe je een nieuwe variant van een bestaand virus moet bestrijden terwijl ik geen viroloog ben. Ook wil ik niet ingaan op het nut van WC-papier hamsteren als voorbereiding op een luchtweginfectie.
Gisteren toen ik naar huis reed ging de telefoon. Het was één van mijn matties. Hij belde zo maar, zei hij. Of eigenlijk niet zo maar; omdat alle ‘live’ meetings tot nader order zijn opgeschort had hij besloten iedere dag minimaal één fellow te bellen. ‘Om toch een beetje in contact te blijven met elkaar’, zo zei hij. ‘Want, vervolgde hij, die online meetings werken niet voor mij.’ Ik vond, en vind, het een superlief initiatief en zei dat ook tegen hem. Verder praatten we nog even over de waan van de dag ten tijde van het Corona-virus, wensten we elkaar veel sterkte en hingen op.
En ik vertelde niet wat ik misschien had moeten vertellen.. wat ik op een live meeting misschien wél had gedeeld; dat ik onrustig ben. Ongedurig en niet oké. Ik ben op zoek naar iets, maar wat? Ik wil iets dóén, maar wat?
Na een vreemde, hectische week zonder meetings voel ik me eenzaam en onbegrepen en maak ik de zoveelste latte macchiato. Ik drink liters thee en eet chocolade met mijn dochters. Ik houd niet eens van chocolade en ben kribbiger dan anders. Ik pak een boek op en leg het weer weg. Ik probeer te studeren maar kan mijn gedachten er niet bijhouden. Ik kijk voor de zoveelste keer het Journaal. Ik ga naar buiten en loop door lege straten waar een gure wind vrij spel heeft. Je hoeft nu op de fiets geen rare toeren uit te halen om Chinese toeristen te omzeilen die, door hun camera omhoog kijkend, alleen gefocust zijn op Nieuwe of Oude Kerk. Mijn favoriete koffietentje is dicht.
Ik kijk naar het beteuterde gezicht van mijn jongste dochter die wéér een afwijzing van een vriendinnetje heeft gekregen. Ook dit meisje mag van haar ouders niet afspreken vanwege het Corona-virus. Mijn 10-jarige dochter ziet eruit zoals ik me voel; verloren. Ook zij loopt al de hele week met haar ziel onder haar arm. Sinds donderdag iets minder, maar het online huiswerk dat ze krijgt heeft ze binnen twee, drie uur af. En dan? Mijn jongste houdt niet van lezen, wel van voetbal en buitenspelen. Maar de voetbal is natuurlijk afgelast, er is zelfs een mail van de club gekomen of we aan onze kinderen willen vragen niet op het sportpark te komen voetballen. ‘En alléén buitenspelen is sáái, mam’ zegt ze. Nadat ze enkele dagen, meerdere keren per dag, vol goede moed de vertrouwde plekken opgezocht heeft waar ze normaliter leeftijdsgenootjes treft. Ik krijg een appje van een vader die vraagt of mijn dochter Skype heeft..
Dát heeft het RIVM toch niet gezegd? Die (meer of minder) vrijwillige opsluiting gaat toch over ouderen en anderen met een kwetsbare gezondheid? Met het buitenspelen van jonge, gezonde kids is toch niks mis? Mits handen wassen, niezen in elleboogplooi enzovoort? Of ben ik nou gek? Ik zet als troost een kopje lammetjesthee voor mijn kruimel en we spelen nog een potje Rummikub.
Ik mis mijn matties.. Ik mis mijn matties en ik maak me zorgen. Ik maak me zorgen om de nog lijdende verslaafden en de verslaafden in pril herstel. Want addict + isolatie = terugval. De vraag is niet óf dat gaat gebeuren, maar wánneer dat gaat gebeuren. ‘The opposite of addiction is connection’, zoals Johann Hari in zijn fantastische TED talk ‘Everything you think you know about addiction is wrong’ uitlegt.
Begin deze week moest, in navolging van de landelijke richtlijnen omtrent het Corona-virus, de verslavingskliniek waar ik werk (en vele andere klinieken met ons) dicht voor alle vrijwillig opgenomen patiënten. Kwetsbare mensen, clean weliswaar, maar in pril herstel en met nog veel te weinig handvatten om het te gaan redden ‘out there’. Sommigen reageerden gelaten, anderen waren bang of boos, sommigen waren alweer door hun ziekte gegrepen en hadden haast. Ik sprak bezorgde buitenbehandelaren die ook restricties hadden gekregen. Zij mochten hun cliënten niet meer gaan bezoeken. ‘Alleen telefonisch contact’, zo werd geadviseerd. Hun frustratie, ingegeven door machteloosheid, was voelbaar door de telefoon heen.
Het zijn bizarre en onzekere tijden.. Houdt de terugval van twee van mijn eigen cliënten eerder deze week daar ook verband mee?
Natuurlijk zijn er ook prachtige, originele en hartverwarmende initiatieven op allerlei gebied. Donderdagavond hadden we een spontane ‘gathering’; zonder hugs en op anderhalve meter afstand van elkaar. Op de groepsapps komen allerlei ‘supportive tips and tricks’ voorbij. Ook de hilarische filmpjes ontbreken niet, omdat humor nou eenmaal de beste overlevingsstrategie is. 🙂 Er wordt in Den Haag een ‘recovery walk’ langs het strand georganiseerd omdat er geen meetings zijn. Nou ja, geen ‘live’ meetings, want de NA en CA bieden minstens drie online meetings per dag aan. Maar ik ben het met de mattie die me belde eens; dat werkt niet voor mij.
Maar ik mis mijn matties en ik mis de meetings. Ik mis de vertrouwde mantra van het voorlezen van de Twaalf Stappen en Tradities, de herkenbaarheid van de verhalen, de kracht van het delen, de saamhorigheid tijdens het uitspreken van het Gebed om Kalmte, Moed en Wijsheid. De rust en dankbaarheid die ik voel na een meeting. Online meetings werken niet voor mij, dénk ik. Maar waar zijn mijn ‘openheid van geest’ en ‘bereidwilligheid’ gebleven? Moet ik de online meetings, deze twee (van de drie) spirituele uitgangspunten van het programma indachtig, niet een kans geven? Ook omdat ik het één van mijn matties, die zich zorgen om me maakt, beloofd heb..
‘Ik heb het nog nooit geprobeerd, dus ik denk dat ik wel ga doen’, om Pippi Langkous te parafraseren. 🙂
Wil ik, voor iedereen die het nodig heeft, maar vooral voor de zieken, de eenzamen en de kwetsbaren, afsluiten met het KMW in een virtuele kring van verbondenheid.
‘We staan hier in een kring van verbondenheid die ons eraan herinnert dat we het niet alleen kúnnen, maar ook niet meer alleen hóeven doen. Dus houdt degenen naast je vast alsof je leven ervan afhangt, want dat doet het ook. We gebruiken in het gebed het woord ‘God’, maar eenieder is vrij hieraan zijn of haar eigen interpretatie te geven.’
‘God, schenk ons de Kalmte om te accepteren wat we niet kunnen veranderen, de Moed om te veranderen wat we kunnen veranderen en de Wijsheid om tussen deze twee het verschil te weten.’