‘Kleine kinderen kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen’, zegt mijn moeder altijd. En zij kan het weten met mij als dochter.
Ik schrijf niet vaak over mijn vier prachtmeiden, om de doodeenvoudige reden dat het vier prachtmeiden zijn. En dat is dan weer zo’n dooddoener.
Maar goed; ik heb dus vier toppers waarvan twee tobbers. Nummer één en nummer drie dansen niet lichtvoetig door het leven (wat je je kinderen zo ontzettend gunt) en bij de oudste is de zwaarte van het leven al enige tijd GGZ-waardig. Dat is verdrietig en pijnlijk, heel erg verdrietig en pijnlijk, ontzettend K* gewoon. Vanzelfsprekend het allermeest voor dochterlief zelf, maar ook voor jou als liefhebbende moeder die moet constateren dat jouw liefde en goede bedoelingen onvoldoende beschermen tegen de pijn van het leven. Voor ons, moet ik zeggen, want vlak de pijn, het verdriet en de machteloosheid van haar liefhebbende papa niet uit. En juist die machteloosheid, die is fnuikend. Je wil zó graag wat dóén om haar te helpen. En het enige wat je kunt doen is.. niets; haar tijd en ruimte geven om haar eigen weg te bewandelen en te worden wie ze wil zijn. En erop vertrouwen dat ze dat kan, dat het haar gaat lukken en dat ze hier sterker uit gaat komen. Met hulp van anderen weliswaar, maar op háár manier in háár tempo. Uiteraard zijn er randvoorwaarden die je kunt scheppen; onvoorwaardelijke liefde, heel veel geduld, er voor haar zijn als ze je nodig heeft (en alleen dan). ‘Liefdevol loslaten’ dus.
In de ‘Basic Text’ staat in hoofdstuk drie (‘Waarom zijn wij hier?’): ‘Wij hebben veel mensen schade berokkend, maar bovenal hebben wij onszelf geschaad.’ Bij dochterlief zie ik dat -letterlijk en figuurlijk- en helpt die zin me om kalmte, moed en wijsheid te betrachten. Meestal. Want meisje, wat ben je toch verdrietig en ongelukkig. Wat ben je toch boos en verongelijkt. Wat doe je jezelf toch tekort.
Maar om die zin ook op mezelf, als herstellende verslaafde, van toepassing te laten zijn vind ik veel moeilijker. Enerzijds omdat ik het lastig vind om terug te gaan naar ‘die tijd’, om alle pijn en verdriet uit mijn periode in actieve verslaving opnieuw te doorvoelen. Alle schade aan mezelf gedaan.. Maar leve het programma en het stappenwerk. Uhuh.. Ik ben nu bij Stap 4 ‘Wij maakten grondig en onbevreesd een morele inventaris van onszelf op.’ Dus er is geen ontkomen aan.
Anderzijds omdat je als verslaafde in gebruik al zo egocentrisch bent geweest. ‘Voordat wij bij NA (AA) kwamen konden wij ons eigen leven niet hanteren. Wij konden niet leven en van het leven genieten zoals anderen dat doen. Wij moesten iets anders hebben en dachten dat in drugs gevonden te hebben. Wij plaatsten het gebruik ervan boven het welzijn van onze families, onze vrouw, man en kinderen.’ Ook uit hoofdstuk drie van de ‘Basic Text’.
Dus nu, inmiddels stevig in herstel, kijk ik om me heen en sta ik stil bij de schade die ik als verslaafde heb berokkend. Doorvoel ik soms de zorgen en de machteloosheid van mijn moeder, het onbegrip en de frustratie van mijn partner, de ontreddering en het verdriet van mijn kinderen van toen.
En voel ik me extra verantwoordelijk voor de naasten van mijn patiënten en cliënten, bijna meer nog dan voor de patiënten en cliënten zelf.
Voor de zus van een notoire alcoholist die al veertig jaar voor hem zorgt, want wie moet het anders doen? En daarbij op onbegrip stuit bij echtgenoot en kinderen. Als ik mijn waardering voor haar uitspreek barst ze in tranen uit..
Voor de huisarts die mij belt, hoogzwanger van de tweede en echtgenote van een verslaafde chirurg. Ze is uitgeput van het oplappen en verdoezelen maar hij weigert alle hulp..
Voor de partner van een verslaafde bobo die tijdens de zoveelste opname voor de zoveelste keer tegen haar zegt: ‘Vanaf nu gaat het écht allemaal anders zijn, schatje’. De wanhoop ik haar ogen als zijn antwoord op mijn vraag wát hij dan allemaal anders gaat doen is: ‘Gewoon, niet meer drinken’..
Voor de ouders van een licht verstandelijk beperkte zoon die, samen met hem, al jaren veroordeeld zijn tot het kleine rondje van ‘gereguleerd’ gebruik, uit de hand gelopen gebruik, hulp regelen, opname in instelling en adempauze waarin puin ruimen. Waarbij de periodes dat het goed gaat steeds korter worden. En, met dank aan de bezuinigingen in de zorg, de adempauzes ook..
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Verslaving is een progressieve ziekte die, zonder ingrijpen, uiteindelijk leidt tot de dood. Daar ben ik heilig van overtuigd.
Ik geef het je te doen; houden van een verslaafde en met lede ogen moeten toezien hoe de ziekte voortschrijdt en hoe die leuke, lieve, slimme en gevoelige man of vrouw, waar je zo gek op bent, steeds verder afglijdt, steeds meer een schim wordt van degene die hij of zij had kunnen zijn. Want als naaste heb je het als eerste door, zie je de eerste steken die vallen.
Maar verslaving is ook de enige ziekte waarbij ontkenning van de ziekte een symptoom van de ziekte is. Hoeveel schade er gedaan is aan lichaam en geest, hoeveel kapot gemaakt bij liefdevolle medemensen, hoeveel schepen voorgoed verbrand, hoeveel kansen voor altijd verkeken voordat iemand zélf die eerste stap zet en ‘erkent dat hij (of zij) machteloos staat tegenover zijn (haar) verslaving, dat zijn (haar) leven onhanteerbaar is geworden’ en écht geholpen wil worden, is onvoorspelbaar en even divers als de mens zelf. En soms is de dood er gewoon eerder.
Ik wil helemaal niet negatief eindigen; we zijn namelijk aan een prachtig mooi nieuw jaar begonnen.. in herstel! 🙂
Ik wens iedereen die verslaafd is heel veel kalmte, moed en wijsheid in 2020 toe. En iedere geliefde van een verslaafde of iemand die anderszins (geestes-)ziek is ook. Blijft er dan nog iemand over? Echt? Houd jij echt van helemaal niemand die niet spoort? Ook saai, man. 😉 Maar vooruit dan maar; ook voor jou een prachtig mooi 2020.