Ik ga de laatste tijd regelmatig naar CA-meetings. Cocaine Anonymous heeft mooie, vaak heftige meetings waarin de waanzin van verslaving zonneklaar is en mijn ontzag voor de ziekte verslaving eerder groeit dan afneemt (en dat ontzag is al behoorlijk, geloof me).
De voorleeskaarten zijn rauw en eerlijk en daar houd ik van. De smoesjes, excuses, uitvluchten; ze komen allemaal aan bod en er wordt keihard mee afgerekend.
Over het ‘Hogere Macht-gebeuren’ wordt voorgelezen: ‘Laten we duidelijk zijn, niemand kwam naar Cocaïne Anonymous om God te vinden, we kwamen naar Cocaine Anonymous om van een verschrikkelijke verslaving af te komen.’
Dat is fijn omdat het begrijpen van een weliswaar spiritueel, maar niet religieus programma (en dat is het Twaalf Stappenprogramma) waar het woord God (zoals jij hem begrijpt, maar toch, ik begreep er in het begin geen klote van) zo vaak valt, lastige materie is. Dat kost tijd, en die tijd hebben we niet. In ons pril abstinente brein moet alles nog meteen, er moet onmiddellijk resultaat worden geboekt. We willen wel herstellen, maar het moet wel nu.
Ook vind ik dat Cocaine Anonymous goed heeft aangehaakt bij het ziektebeeld verslaving. Ook als cocaïne niet persé jouw ding was, maar alcohol of andere drugs, of als cocaïne wel jouw ding was, of als je maar een eind weg rotzooide met allerlei shit; tijdens een meeting wordt (over-)duidelijk dat je pas echt kunt herstellen als je je onthoudt van álle geest- en stemmingsveranderende middelen. ‘Want velen van ons hebben vervanging of minderen door combineren geprobeerd, maar het resultaat was altijd hetzelfde.. verder downhill en verder verwijderd van een gelukkig en stabiel leven.’
We bleven maar met dat ‘gat’ zitten. ‘The spiritual void’, zoals het in de literatuur genoemd wordt.
De CA – Cocaine Anonymous werd in 1982 in Californië opgericht door Johnny Segal, een filmregisseur. Als hij op een AA-meeting over zijn problematische cocaïnegebruik begon werd hij gevraagd de meeting te verlaten – vandaar. De eerste meetings heetten ‘Whatever-meetings’ (geweldige naam, toch?). Binnen een maand waren er al zes meetings en inmiddels is ook Cocaine Anonymous een wereldwijd fellowship waarvan de 38e Wereldconventie in 2024 in Amsterdam gepland is. In het CA-logo lees je de woorden ‘hope, faith and courage’.
Tot zover over de (ontstaans-)geschiedenis van de CA. Enkel en alleen om uit te leggen dat ik gevraagd ben te spreken op een CA-meeting ondanks het feit dat cocaïne niet echt mijn ding is. Omdat ik op een CA-meeting was dus.
Ik heb het verzoek tot spreken op een meeting tot nu toe succesvol afgewimpeld met de opmerking: ‘Als ik drie jaar clean ben dan ga ik erover nádenken.’ Bijna 39 maanden clean, bijna drie maanden de tijd gehad erover na te denken; ik kan dus weinig anders meer dan ‘ja’ zeggen.
Bovendien zag ik in de vorige blog die ik aan spreken op een meeting heb gewijd (Spreker) dat ik ergens along the way de vereiste clean-tijd heb opgerekt van twee naar drie jaar.. Mezelf betrapt op uitstelgedrag (foei!) dus het antwoord gaat zéker ‘ja’ zijn.
Lastig blijft het, omdat ik niet graag terug ga naar de tijd van actieve verslaving. De tijd dat ik zo ver heen was dat ik op een ander continent van straat werd geraapt door een wildvreemde man die op mijn lijf op zoek moest naar mijn huissleutel, ik met een gezicht opengespat als een rijpe tomaat. En later, toen ik mijn eigen ‘suïcide cocktail’ had samengesteld en in huis gehaald. Om maar eens twee ‘war stories’ uit de kast te halen.. Ik houd er niet van (ernstige understatement uiteraard).
Wel houd ik ervan om over herstel te vertellen, omdat goed in herstel zijn beter is dan dronken of high zijn. Het is zoiets als verliefd zijn; je kunt de hele wereld aan, je ziet, ruikt, proeft, voelt en denkt beter en fijner. Je hebt allerlei inzichten die je eerder niet had, voelt je ongelofelijk verbonden en weet zeker dat je gelukkiger bent dan iedereen anders. Maar je gunt ook iedereen dat wat jij hebt, wil dat gevoel met iedereen delen, je herstel het liefst van de daken schreeuwen. Enfin, voor de omgeving dodelijk vermoeiend waarschijnlijk, maar fijn om gevraagd te worden hierover te delen, hihi.
De beste sprekers die ik de afgelopen drie jaar op meetings voorbij heb horen komen waren sowieso níet degenen met de coolste verhalen over gebruik maar degenen met de coolste verhalen over herstel. Ik ben zelfs tweemaal op een meeting geweest waar een spreker het álleen maar over herstel had; en dat waren hele mooie, inspirerende verhalen. Ook de sprekers op de Europese Conventie in Kiev deden bijzonder weinig aan ‘war story telling’.
Hoop, vertrouwen en moed delen; ik ga ervoor! 🙂
Het enige waar ik absoluut níet mee akkoord ga is om totaal onvoorbereid te spreken. Ik ben de afgelopen jaren veel gegroeid als het gaat om vertrouwen versus controle, maar het kan ook te gek, hè. 😉