Een fellow, tevens collega, die inmiddels 16 jaar abstinentie op de teller heeft staan vertelde me eens over het moment waarop hij besloot dat ‘het’ klaar was.
Hij gaf een reanimatiecursus waarbij één van de deelnemers hem voor aanvang even apart nam en zei: ‘Ik vind dit erg confronterend dokter, ik heb namelijk enige tijd geleden geprobeerd mijn vader te reanimeren en dat is niet gelukt. Mijn vader is overleden.’ Mijn collega beloofde daar rekening mee te houden en na afloop van de cursus nog even extra de tijd voor hem te nemen.
De cursus begon en naarmate deze vorderde verlangde mijn collega meer en meer naar de afsluiting. De afsluiting werd namelijk ‘gevierd met een hapje en een drankje’. Hij ‘rook’ het bier al en vergat zijn belofte totaal. Na de laatste oefening riep hij luidkeels dat het erop zat, dat ze een fantastische groep cursisten waren, misschien wel de beste die hij ooit gehad had en dat ze wel een drankje verdiend hadden. De cursist die zijn vader tevergeefs had gereanimeerd kwam nog naar hem toe voor de beloofde evaluatie, maar hij wimpelde hem af. ‘Kom op jongen, niet zo sip, we drinken er eentje op je pa.’
En toen, zei hij later, toen besefte ik wat een egocentrische, asociale klootzak ik geworden was..
Stap 6: ’Wij waren volkomen bereid God al deze fouten in ons karakter weg te laten nemen.’
Daar ben ik nu, nadat ik bij Stap 5 de ware aard van mijn fouten aan God en mijzelf heb bekend. Dat moet ook nog aan iemand anders; volgende week bespreek ik Stap 5 met mijn sponsor. Maar het schrijfwerk van Stap 5 is gedaan dus, ijverig als ik ben.. 🙂
Gaan Stap 1 tot en met 3 nog over nederigheid en bereidwilligheid, bij Stap 4 begint het opmaken van je morele inventaris. Zelfkennis en -inzicht vergaren waarna je deze bij iedere volgende stap behoort te vergroten. Vooral je kennis over, en inzicht in, je karakterfouten. Je hebt twintig ‘basiskarakterfouten’ om uit te kiezen, maar het hebben van meer dan één karakterfout behoort uiteraard tot de mogelijkheden.
De karakterfouten zijn: 1.) wrok, 2.) angst, lafheid, 3.) zelfmedelijden, 4.) zelfrechtvaardiging (jezelf goed praten, smoesjes, excuses verzinnen), 5.) egoïsme, egocentrisme, 6.) zelfveroordeling, schuldgevoel, 7.) liegen, oneerlijkheid, 8.) ongeduld, 9.) haat, 10.) ijdelheid, hoogmoed, 11.) jaloezie, 12.) afgunst 13.) luiheid, 14.) uitstelgedrag, 15.) onoprechtheid, 16.) negatief denken, 17.) immoreel denken, 18.) perfectionisme, intolerantie, 19.) bekritiseren, oordelen, roddelen en 20.) hebzucht.
Bij de katholieke kerk hebben ze zich er makkelijker vanaf gemaakt; zij hebben maar zeven hoofdzonden. Vroeger kon je je zonden afkopen middels aflaten, nu kun je nog altijd een paar ‘OnzeVaders’ en/of ‘Weesgegroetjes’ bidden om ervan af te wezen.
Ook ik was, aan het einde van mijn actieve verslaving, geen leuk mens meer. Dat kreeg ik later ook terug; een manager zei dat zijn twijfels over mijn terugkeer op de werkvloer niets te maken hadden met mijn verslaving, maar eerder met mijn houding tegenover anesthesiemedewerkers en verplegend personeel in het verleden. Ik was inderdaad bezig met overleven, dan ontgaat je weleens wat. Verjaardagen van de kinderschare, vakanties, nieuwe keukens of auto’s, ik was volledig gericht op de zorg voor mijn patiënten en boven water houden van mijn eigen hoofd.
Net als de collega in de bovenstaande anekdote was ik, in tegenstelling tot eerder, en gelukkig ook later weer in mijn leven, nog weinig sociaal. Jezelf isoleren, jezelf afzonderen en weinig ruimte voor empathie. Dat heeft juist álles met je verslaving te maken!
Maar ik wist toen nog veel te weinig over verslaving en herstel om de desbetreffende manager van repliek te dienen. Had er toen, denk ik, de energie ook niet voor..
Maar nu ben ik dus al tweeëneenhalf jaar bezig om een beter mens te zijn. Oké, beter is de vijand van goed, heb ik ooit van een wijze zuster geleerd, dus werk ik er hard aan een goed mens te zijn.
En dan moet je dus wat met je karakterfouten. Klinkt heftig, vind ik: ‘karakterfouten’. In de Engelse literatuur heten ze ‘character defects’, dat klinkt nog zwaarder..
Dat ik verre van perfect ben wil ik gaarne toegeven. Zo bereidwillig ben ik allang. Inzicht in mijn karakterfouten heb ik inmiddels ook vergaard, waarbij ik niet onvermeld wil laten dat het er een stuk minder zijn dan tweeëneenhalf jaar geleden. Of is dat een teken van ijdelheid en maak ik me dan schuldig aan karakterfout 10.)?
Het toegeven van de ware aard van mijn fouten aan mijn sponsor en het afvinken van Stap 5 moet deze week dus goed komen, lijkt me.
Maar of ik klaar ben voor Stap 6? Het door God laten wegnemen van mijn karakterfouten? Wie of wat hij of zij of het ook is: Je weet niet waar je aan begint! Vooral karakterfout 8.) en 18.) zijn zeer, maar dan ook zéér hardnekkig.
Het kost míj́ zelfs de grootste moeite mijn ongeduld te bedwingen en mijn perfectionisme beheersbaar te houden. 😉