Ik had deze week een jonge collega op bezoek die geïnteresseerd was in het vak verslavingsgeneeskunde. Ze had over me gelezen in de krant, mijn website gevonden en de stoute schoenen aangetrokken; of ze een keertje met me mee mocht lopen. We maakten een afspraak voor een kennismakingsgesprek.
Ze is nu bezig met haar co-schappen en de verslavingsgeneeskunde lijkt haar machtig interessant. Binnen het basiscurriculum wordt nauwelijks aandacht besteed aan de ziekte verslaving (dat terwijl 10% van de bij de huisarts gepresenteerde klachten middelengerelateerd is!!?) en er is ook geen co-schap verslavingsgeneeskunde. Sommige universiteiten bieden het co-schap sociale geneeskunde aan en dan kun je bij een verslavingsinstelling terecht komen, maar dat is het wel zo’n beetje. Natuurlijk kun je ervoor kiezen je keuze co-schap aan verslavingsgeneeskunde te wijden, maar dan moet je wel eerst op de hoogte zijn van het bestaan van het vakgebied. En idealiter, al is het maar om teleurstellingen te voorkomen, ook íets over de inhoud daarvan.
Ik had dus een afspraak met deze jongedame en vertelde haar over de ziekte verslaving, het vak verslavingsgeneeskunde en over hoe ik ertoe gekomen was om voor dit vak te kiezen.
Op een gegeven moment vroeg ze: ‘Wat nu als je terugvalt? Wat doe je dan?’
Goeie vraag. Als ik terugval, wat doe ik dan? Mijn laatste gebruikersdroom dateert van ‘ergens in 2019’, dus daar kon ik mijn antwoord niet op baseren. Ook niet omdat het in de laatste gebruikersdroom die ik me kan herinneren een vrolijk drankgelag betrof waarin de coke net op tafel kwam toen ik wakker werd..
De eerste vraag die ik mezelf stelde was: Zou ik het jullie, mijn lezers, vertellen? Zou ik er mijn blog aan wijden? Of zou ik het en passant vermelden in een bijzin? 😉
De co-assistente was meer bezorgd over werk, maar ik niet. Als je terugvalt ben je (weer) ziek. Je meldt je netjes ziek en gaat aan je herstel werken, zoals bij iedere ziekte. Daar ben je open en eerlijk over, dat is niet zo moeilijk, toch? Dat hoop ik tenminste..
De wetgeving omtrent verslaving als ziekte; dat je dezelfde rechten (en plichten) hebt als andere zieken, is in ons land in ieder geval goed geregeld.
Maar ik heb natuurlijk mijn halve (hele?) ‘nieuwe’ leven rondom herstel, ‘herstellen van’, gebouwd. Welk een voorbeeld ben je als ‘ex-dokter in de knel’ als je terugvalt? Kun je je cliënten dan nog wel recht in de ogen kijken? Maakt het je misschien juist menselijker? Ik zou in ieder geval met meer inzicht over terugvallen kunnen praten. Het niet alleen moeten hebben van informatie van cliënten, patiënten en matties op meetings.
Het meest waarschijnlijke antwoord is: Er zou geen blog zijn die week en misschien wel een héél aantal weken niet.
Want áls ik terugval, áls ik ga, dan ga ik goed. Ik ga toch niet tweeëneenhalf jaar herstel weggooien voor één wijntje? En ook niet voor één fles. Of één dag. ‘Eén is geen voor ons soort mensen’, zei een cliënt van mij gisteren nog. En hij heeft gelijk; we doen niet aan één, één stelt niets voor.
Maar één telt wél, dat is zeker. En ‘één is teveel want duizend is niet genoeg’, lezen we op iedere meeting voor. Wat neurobiologisch klopt -> die hele kermis daarboven, die het verslaafde brein heet, gaat weer aan.
Dus wat heb je nou aan eentje? If you go, make it worth it!
Dan ga ik ook hélémáál los. Ik zuip alle lekkere drankjes, heel veel, en probeer de vieze ook nog een keer. Onderwijl steek ik een vette joint op en ben superchill. Als ik te moe word dan neem ik een lijntje en ben ik weer scherp. Dan kan ik de hele wereld aan, dus ook alle (leuke) mannen en vrouwen die daarin rondlopen. Ik boek een all-inclusive vakantie en laat als ik wegga een lege bar achter. Ik heb daar een vriendje die makkelijk aan ‘wit’ kan komen en probeer ook ‘bruin’ uit. Ik neem de DJ hard en diep zodat die iedere avond tot aan het ochtendgloren mijn muziek draait waarop ik de hele nacht kan dansen en met iedereen knuffel dankzij een schattig blauw pilletje.
Drie maanden later ben ik kapot (of dood, dat is ook zeer wel mogelijk), is alles wat ik opgebouwd heb kapot en moet ik weer van voor af aan beginnen.. Beter niet dus, dat is duidelijk.
De waarheid is dat ik dit een moeilijke tijd vind. Ook tijdens Corona, of misschien juist tijdens Corona.
Mijn lief kreeg gisteren een pakket van zijn werkgever waarin een prachtig verpakte zeer goede fles champagne zat. Hij vroeg monter: ‘Aan wie zullen we die geven?’ Ik werd er verdrietig van. Waarom ben ik nou zo’n trut, zo’n mislukkeling, zo’n loser, zo’n F*addict, dat ik niet ‘gewoon’ samen met mijn lief een glaasje champagne kan drinken op Oudejaarsavond? Of een goed glas wijn bij het kerstdiner? Juist: Omdat één geen is.
Ik wens iedereen, op zijn of haar eigen mooie manier, een bijzonder mooi kerstfeest toe. Geniet.. nooit met mate!
Tenslotte nog een paar tips: Men kan en mag niet handhaven achter de voordeur (mits geen overlast), de belangrijkste basis blijft gewoon enige afstand bewaren (maar niets tegen een korte, maar krachtige knuffel) en daarbij frequent handen wassen. Er is in het Buitenhuis in Delft een fijn, nuchter Kerstfeest (plus meeting) op Eerste Kerstdag waar iedereen welkom is en angst is een slechte raadgever dus F* ‘m all. 🙂