06 83 97 13 77 help@doktersindeknel.nl

      Vrijheid

      14 03 2020 | Blog

      ‘Ik ben een vrij mens!’ Zolang ik me kan heugen heb ik de drang, een sterke, soort primaire behoefte, om door niets en niemand ingeperkt te worden.

      Ik kan me prima aan regels houden hoor, met name als ik ze zelf heb gemaakt. Geintje natuurlijk, maar ik moet ze wél kunnen begrijpen en er het liefst ook achter staan. Anders begint het meteen te wringen. En nóg vind ik vaak dat ik de uitzondering op de regel ben..

      Ik weet nog dat ik, net in herstel en dus met nerveuze neurotransmitters die door mijn brein gierden, een ijsje wilde gaan eten. Het was in de pauze van de dagbehandeling. Na intern overleg (!) werd dat akkoord bevonden, mits onder begeleiding van een staflid. Daar liepen we dan door Bussum, een stelletje verslaafden vergezeld door een therapeut.

      Ik zat me, achteraf neurobiologisch volledig verklaarbaar :), enorm op te vreten. Ik was toch GVD geen hond die uitgelaten werd? En ’s avonds ging ik toch ook gewoon naar huis? Waar sloeg dit op!!? Voor een ijsje! Het ijsje smaakte matig (ondanks dat Dolomiti in Bussum één van de beste ijssalons van Nederland is) en die middag kon ik er mijn gedachten niet meer bijhouden. Tijdens de dagafsluiting werd natuurlijk gevraagd: ‘En hoe ga jij vandaag naar huis?’ Nou, daar gíng ik hoor. Al mijn verontwaardiging, al mijn opgekropte woede kwam er uit. Eén van de therapeuten zei heel droog: ‘Dat jij je zó druk kunt maken om zoiets kleins.’ Ik bitste haar, met vuurspuwende ogen en priemende vinger, toe: ‘Voor jou misschien iets kleins, maar níet voor mij.’ Dát was duidelijk. 🙂 Tussen haar en mij is het niet meer goed gekomen.

      Nu, bijna twee jaar later en met een brein in balans, kan ik er om lachen en zou ik me zéker niet zo opwinden, maar het zou wederom wringen.

      Mijn vrijheidsdrang gaat gelukkig (of helaas) niet alleen over mijn ingewikkelde relatie met autoriteiten en regels; het is veel existentiëler dan dat. Het gaat daadwerkelijk over vrijheid, een vrij mens zijn. Wat is ‘vrijheid’ en wie is een ‘vrij mens’?

      Vrij-heid, zegt de Van Dale, is 1.) het vrij-zijn = onafhankelijkheid: vrijheid, blijheid: iedereen moet maar doen waar hij/zij zin in heeft, of 2.) daad die de gewone grenzen overschrijdt: zich vrijheden veroorloven. Hmmmm, zowel uitleg 1.) als uitleg 2.) spreken me erg aan. 🙂

      Als je dit soort (levens-)vragen gaat stellen dan beland je al snel bij de filosofie en als het over vrijheid gaat bij Epictetus. Epictetus was een Grieks filosoof die leefde van 55 tot 135 na Chr. Hij hield zich bezig met drie thema’s; integriteit, zelfdiscipline en persoonlijke vrijheid. In het oude Griekenland had je twee soorten mensen, vrije burgers en slaven. Bijzonder aan Epictetus is dat hij, als slaaf geboren, later vrij man werd. Vandaar misschien ook zijn preoccupatie met het thema ‘persoonlijke vrijheid’. Hij werd uiteindelijk, samen met Marcus Aurelius en Seneca, één van de leidende figuren in de stoïsche filosofie (over de Stoïcijnen vertel ik graag een andere keer).

      Epictetus geloofde dat alle externe gebeurtenissen door het lot worden bepaald en dat feiten niet te veranderen zijn. Maar, benadrukte hij, we kunnen onze meningen omtrent de feiten en onze wijze van observeren wél veranderen. Dus wanneer ons iets overkomt -je verliest je baan of je moeder sterft- dan hebben we daar geen controle over. Dit soort gebeurtenissen kunnen dus niet goed of slecht zijn, volgens Epictetus. Onze reactie op de gebeurtenissen kan wél goed of slecht zijn.

      Dit komt me bekend voor! Kenden die goeie ouwe Dr. Bob en Bill W. Epictetus soms ook al toen ze de AA. oprichten? ‘Je kunt de wereld niet veranderen, je kunt alleen veranderen hoe je zelf in die wereld staat.’

      Epictetus hield bovendien iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen daden, die we door strenge zelfdiscipline zouden moeten onderzoeken en beheersen. Hé, dat klinkt helemaal niet vrij! Oké, je bent vrij om op de dingen te reageren zoals jij wil, maar dat moet dan op een gedisciplineerde manier en je kunt de dingen niet zomaar naar je hand zetten. Ik geloof dat Epictetus’ gefilosofeer over persoonlijke vrijheid niet de kant op gaat die ik in gedachten had..

      Maar dat ging mijn gebruik evenmin. Eerst dronk ik me vrij, daarna dácht ik me vrij te drinken en weer later had de drank vrij spel. Ik had inmiddels de vrijheid van een voortvluchtige verworven..

      De opluchting toen die ‘vrijheidsstrijd’ voorbij was en ik een andere strijd aan kon gaan. Een strijd die geleid heeft tot een andere vrijheid, een échte, onverdoofde vrijheid. Het besef dat ik niet meer hóéf te gebruiken. Ik hóéf niet te drinken (of anderszins) om blij te zijn, lol te trappen, gek te doen. Ik hóéf niet meer te drinken als ik me rot voel en ik mag verdrietig zijn, ook dat gaat weer over. Een strijd die inmiddels meestal niet meer voelt als een gevecht maar inderdaad als een nieuw verworven vrijheid.

      Voor de ultieme vrijheid, ‘het verlangen om te gebruiken (volledig) kwijt te raken’, zit mijn hoofd nog te vaak in de weg, dat hoofd dat nooit meer ‘uit’ staat. Maar ook daarin vind ik steeds vaker de balans, de ‘gulden middenweg’ tussen alles dood redeneren en totale impulsiviteit. Analyses tot in den treure en ‘ontploffen’. En dan ben ik weer terug bij mijn ‘all time favorite’ filosoof: Aristoteles. Want die uitdrukking komt bij hem vandaan.