‘Zelfgenoegzaamheid’ was de titel van de ‘Just for Today’ (JfT) van gisteren.
Ik citeer: ’Zelfgenoegzaamheid is de vijand van leden met een aanzienlijke cleantijd. Als we langdurig zelfgenoegzaam blijven, loopt ons herstelproces op z’n einde.
Na de eerste paar jaar in herstel, krijgen de meesten van ons het gevoel dat er niet bar veel meer te halen valt. Als we vasthoudend aan de stappen hebben gewerkt, dan hebben we het verleden verwerkt. We beschikken over een stevige basis waarop we onze toekomst kunnen bouwen. We hebben geleerd om het leven zo ongeveer te nemen zoals het komt. We hebben ons de stappen eigengemaakt en zo zijn we in staat problemen vrijwel onmiddellijk op te lossen zodra die zich voordoen.
Wanneer we ontdekken dat alles ons gemakkelijk afgaat, zijn we op een punt beland waar we mogelijk rust willen nemen op het pad van herstel. Als we dit daadwerkelijk doen, dan miskennen we de aard van onze ziekte. Verslaving is geduldig, geraffineerd, voortschrijdend en ongeneeslijk.
Ze is ook dodelijk; we kunnen aan onze verslaving sterven, tenzij we doorgaan met behandelen. En de behandeling van verslaving is een doorlopend programma van actie.
De Twaalf Stappen zijn een proces, een pad dat we bewandelen om onze ziekte een stap voor te blijven. Bijeenkomsten, sponsorschap, service en de stappen blijven noodzakelijk voor voortgaand herstel. Ook al passen we na 5 (6! 🙂 ) jaar cleantijd ons programma anders toe dan na 5 maanden cleantijd; dit betekent niet dat het programma veranderd is, of minder belangrijk is geworden. Het betekent wel dat ons praktisch inzicht is veranderd en gegroeid. Om ons herstel levend en fris te houden, dienen we alert te zijn op kansen om ons programma toe te passen.’ Einde citaat.
Ik lees deze JfT in Wales. In het prachtige heuvelachtige landschap van Wye Valley staat, te midden van bossen en met een adembenemend uitzicht vanuit hangmat of hot tub, een schattige pippowagen met bedstee. En is er de mogelijkheid tot ongelimiteerd fik maken. 🙂
Vanuit hier mijn blog schrijven is geen kunst; tijd zat, hihi. Hem posten daarentegen.. is een uitdaging voor later.
Stof tot nadenken, en dus tot schrijven, genoeg. Want natuurlijk was de laatste week voor mijn vakantie hectisch en natuurlijk heb ik moeite met loslaten en denk ik dat alles zonder mij in het honderd loopt. Duh..
De JfT, die mijn sponsor via de app met me deelt, wordt door de NA dagelijks op haar website gepost en is ook in boekvorm gepubliceerd. Dit stukje dagelijkse overdenking geeft me vaak aanvullende? verdiepende? noodzakelijke? inzichten en zet me soms weer met beide benen op de grond.
Dat doen mijn patiënten trouwens ook; vooral als ze doodgaan. Of als ze, tegen medisch advies, in één keer stoppen met drinken en stuipend op de SEH belanden. Of als ze vergelijkbare capaciteiten als de mijne hebben/hadden en ze progressief aan het kapot gaan zijn.
Waarom kon ik, voordat ik aan mijn hersteltraject begon, het laatste weekend ‘helemaal los’ gaan en werd ik maandag 18 juni 2018 gewoon wakker (toegegeven: ik was niet topfit) en één van patiënten niet (nooit) meer?
Waarom kon ik in één keer -cold turkey- stoppen, zonder insult(en) te krijgen of knetterdelirant te worden en twee van mijn patiënten niet? Waarom ben ik een goed functionerende hoog opgeleide verslaafde in herstel en wil dat bij vele collega’s (en anders hoogopgeleiden) maar niet lukken en glijden zij steeds verder af?
Omdat ik een zondagskind ben? Omdat ik een heel leger aan beschermengelen heb, ipv. eentje? Omdat ik onderdeel ben van een hoger plan van ‘the Universe’? Omdat mijn ‘Hogere Macht’ voor mij een andere bestemming heeft? Of is het gewoon dom geluk? Stom toeval? Waarschijnlijk die laatste twee. Al zegt de oma van een collega over toeval dat dat God’s eigen wijze is om anoniem te blijven. 😉
Het brengt in ieder geval een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee, zo voel ik dat. Om hard te werken, om het goede te doen; in ieder geval naar mijn beste kunnen. Qua werk, maar ook qua manier van leven.
Want ik kan nog steeds ongeduldig zijn, of een kribbig krabbetje (sorry Wijnand). Dingen die op mijn manier moeten gebeuren; omdat dat nou eenmaal de beste manier is. Of die eeuwige competitieve stem in mijn hoofd, die bijna alles als winnen/verliezen ziet; zelfs iets simpels als het koud hebben (zwaktebod! aansteller!). En spelletjes soms minder gezellig maken.
Uitdagingen zijn er ook; zoals de ferry op weg naar hier. Ik zag echt alleen maar dikke Engelsen met enorme pinten, heel vaak en heel veel. En dan begint dat stemmetje in mijn hoofd.. En dan begint het ophalen van ‘de goeie oude tijd’.. En dan begint het inspelen op mijn gevoel..
Gelukkig kan ik dan aan vorige week denken, aan het voltooien van de ‘Slag om Herstel’ (zie oa. ook vorige blog) met zoveel andere strijders/tobbers -> winnaars! Het was mijn derde ‘Slag om Herstel’; ontegenzeglijk de zwaarste, maar ook de allergaafste. Natuurlijk hebben we zeker 50 km. meer geroeid (210 km. ipv. voorgaande jaren 160 km.), waarvan de laatste 30 km. onafgebroken, maar er waren ook een aantal forse tegenslagen. Tegenslagen die ons in de voorgaande jaren bespaard zijn gebleven, zoals dichte vlotbruggen, een gestremde ringvaart (hele route omgooien), een ondersteuner die zijn arm brak en -door vermoeidheid, stress en karakterverschillen- wat ‘fitties’ her en der. But we did it (again)!
En het samen, met z’n allen, together en tegelijk in acht sloepen over een woeste Maas onder de Erasmusbrug doorroeien, omgeven door grote schepen waarop familie, vrienden en andere fans juichten en joelden; dat was onbeschrijflijk mooi. Een mooier, beter, fijner gevoel dan een pint, of twee of twintig, ooit geven kan.