06 83 97 13 77 help@doktersindeknel.nl

      Ervaringsverhalen

      Het verhaal van een zondagskind

      Ondanks dat ik het laatste jaar meer over mezelf heb verteld en nagedacht dan mijn hele leven daarvoor, valt het nog steeds niet mee om -op verzoek- mijn verhaal op papier te zetten.

      Er zijn twee dingen die als eerste bij me naar boven komen nu ik eraan begin; dat ik nooit meer terug wil naar waar ik was en dankbaarheid. Dankbaarheid voor de prachtige mensen die ik het afgelopen jaar heb mogen ontmoeten. Die me, vaak tegen wil en dank van mijn kant, geholpen hebben.

      Medisch specialist met goede baan en fijne collega’s -> kapot gezopen. Aan het einde van mijn actieve verslaving tegen willens en wetens. Omdat ik ‘er’ klaar mee was. Het kon me allemaal niets meer schelen. Ik wilde me dood drinken. En, voor als dat niet snel genoeg zou gaan, had ik ook al een plan B.

      Teveel shit, teveel rottigheid en ellende waar ik toch niets aan kon veranderen. Al mijn energie, al mijn vrolijkheid, al mijn idealisme; er was niets van over. Verworden tot een intens verdrietig en ongelukkig hoopje ellende dat geen reden meer zag om te leven, om iets anders te doen dan me iedere dag weer te verdoven met liters droge, witte wijn.. Boos worden, dat wel. Boos worden kon ik nog altijd heel goed. Zoveel frustratie, verbolgenheid, woede en wrok..

      Mensen praatten op me in, mensen die van me hielden (en gelukkig nog van me houden). Dat ik zoveel had om voor te leven; mijn kinderen om mee te beginnen. Dat ik slim was en mooi, dat er van me gehouden werd door familie en vrienden. Maar ik voelde het niet. Ik voelde niets meer. Ja, ik voelde me waardeloos, nutteloos, overbodig. Een zinloze leegte strekte zich voor me uit.

      Toen ik, niet echt gemotiveerd maar gedwongen omdat ik het op mijn werk had verprutst, in de hulpverlening terecht kwam, was dat voor mij het einde. Maar het bleek een nieuw begin. Te beginnen met de psychiater die tegen me zei: ‘Als jij stopt met drinken, zal dat, ongeacht wat, je stemming meteen een stuk verbeteren.’ Die man is gek, dacht ik. Het leven is een hel en alleen drinken maakt voor mij die hel enigszins draaglijk. Hij heeft -later- absoluut gelijk gekregen.

      Mijn lief, mijn kinderen, mijn ouders die me bleven steunen, die achter me bleven staan en in me bleven geloven (en anders deden ze tegenover mij heel goed alsof ;).

      Een week detoxen, zelf thuis voor het begin van de behandeling, zonder de hulp van een opname of medicijnen, maar wel met hulp van hen. Ik had er weinig fiducie in, maar met hun support lukte het..

      Het stoppen met drinken is slechts de eerste stap, zeiden ze in de kliniek, daarna ga je, met behulp van ons en de groep, aan jezelf werken. Uhuh, dacht ik, hoezo aan mezelf werken? Ik ga helemaal niet aan mezelf werken en al zéker niet met jullie over mezelf práten. Ik ben niet gek! Ik moet eerlijk zeggen dat dat inderdaad geen sinecure was (ook niet voor de heren en dames therapeuten hebben ze me later vertelt). En nog altijd niet is.

      De kliniek waar ik in behandeling was werkt volgens het ’12 stappenmodel.’ Het model dat uit de AA/NA (en alle andere ‘A’ s voortkomt). “We erkenden dat we machteloos stonden tegenover onze verslaving – dat ons leven stuurloos was geworden.” Stap 1. Nou, je moest wel blind zijn om niet te zien dat ik er een verschrikkelijke puinhoop van gemaakt had. Daarover nadenkend slaat dan al snel de paniek toe want het was inderdaad niet te overzien. Maar daar is over nagedacht: ‘Just for today.’ Want niemand anders dan medeverslaafden en de hulpverleners die met dit programma werken weten dat de schade niet te overzien is. En dat je er niet aan moet denken nóóít meer te gebruiken. Daar ‘mag’ je dus ook niet aan denken. De belangrijkste dag is vandaag. Houd je nou maar gewoon bezig met wat jij vandaag aan je verslaving en voor jezelf doen kunt.

      Zo leef ik inmiddels bijna een jaar. En er zijn mij zoveel intens gelukkige momenten ten deel gevallen. Natuurlijk zijn er de klote momenten. Al die gevoeligheid, zo kwetsbaar in ene, wat niet meer met drank te verdoven valt.. Maar die gaan weer over. Je kunt de wereld niet veranderen maar wel hoe je zelf in die wereld staat en ermee omgaat.

      Ik ben écht een zondagskind, maar sinds bijna een jaar voelt het ook weer zo.

      Reis naar herstel

      Mijn reis naar herstel begon in 2007 met diverse pogingen om thuis te stoppen met drinken. De partydrugs en alle andere substanties had ik inmiddels zelf wel enigszins achter me gelaten maar met alcohol was het me nooit zelfstandig gelukt en na mijn scheiding was er niemand meer om me enigszins in toom te houden.

      Mijn baan was ik al kwijt. Ik had al 5 detoxen achter de rug, een aantal klinische opnames en had twee 12-stappen klinieken bezocht. Toch was het kwartje nog altijd niet gevallen. Hoezo eigenwijs? Maar inmiddels begon ik in te zien dat mijn manier niet werkte en besloot te gaan luisteren naar mensen die het wel wisten. Ik ging meetings bezoeken. Ik ben vanaf dat moment weliswaar clean gebleven maar werkte niet actief aan mijn herstel. Ik ging wel met enige frequentie naar meetings, al was het alleen maar om mijn  mijlpaalmuntje op te halen. Maar het duurde nog 6 jaar voor ik daadwerkelijk aan de stappen ging werken. Daar moest eerst een klein drama voor gebeuren waardoor ik zo ondersteboven was dat ik bijna terugviel.

      Van pure ellende, met continu trek om te gaan drinken, ben ik toen aan de Stappen gaan werken. Tijdens mijn werk aan Stap één kwam ik tot de ontdekking dat ik stukken zieker in mijn  hoofd was dan ik altijd had gedacht. Dat ik dus leed aan de ziekte verslaving en dat het middel slechts het symptoom was. En dat ik veel meer symptomen had, al van kinds af aan. Namelijk verslaafd zijn aan verliefd zijn, altijd zoekende naar iemand om mee in mijn fantasieën te kunnen vluchten. En als die er niet was of ik kon niemand bedenken of erover fantaseren, voelde ik me leeg en voelde het echt zoals ik me nu voelde zonder mijn middel.  Later kreeg ik problemen met eten. Van alles ging naar binnen, chocola, chips etc. Er was altijd wel een reden en ik voelde me continu schuldig. Ik was vreselijk onzeker, werd dik en werd gepest op school. Ik kwam dus in een vicieuze cirkel. Geen fijne tijd. Rond mijn 19de ontdekte ik de partydrugs. Dat was dus feest. Ik voelde me zelfverzekerd, viel af, ging dansen in clubs. Later ging ik de de drugs zelf verkopen en werd daardoor heel populair.  Wat wil je nog meer?  Dat mijn leven hierdoor stuurloos en  onhanteerbaar werd, had ik niet door. Banen, relaties, huwelijk, contacten met familie, alles ging eraan. Ik kon niet voor mijn  kind zorgen, sterker nog: ik moest opgenomen worden tijdens mijn zwangerschap omdat mijn zoontje niet goed groeide, maar aan stoppen dacht ik niet. Op zijn zesde had hij al een telefoon zodat hij oma kon bellen als mama weer eens ‘out’ op de bank lag. Stap één heeft me dat allemaal laten inzien.

      Inmiddels heb ik de Stappen geschreven op middelen, daarna een keer op mijn gedrag en nu ben ik ze aan het schrijven op relaties. Ik doe service op meetings wat mij  helpt verbonden te blijven. Anders val ik terug in isolatie en dat is funest voor een ‘addict’ als ik. Inmiddels ben ik 10 jaar clean. Mijn leven heeft nog steeds ups en downs maar ik kan ze aan en ik hoef het niet alleen te doen. Ik heb geleerd hulp te vragen aan mijn fellows. De stappen hebben me ook geleerd mijn eigen aandeel te zien in conflicten en dat ik kan kiezen hoe daarin te handelen.

      Mijn leven is zoveel beter dan 10 jaar geleden. Ik hoop zo nog jaren door te mogen gaan met mijn zoon, fellows, familie en vrienden.

      Op zoek naar een vriend

      Vier jaar geleden begon ik met het roken van wiet. Ik was 35 jaar en een hardwerkende arts. Ik was een workaholic en bracht veel tijd door in het ziekenhuis, ook als ik geen dienst had. Ik was altijd moe en had -buiten de werkgerelateerde uitjes- geen sociaal leven. Ik had het gevoel dat ik altijd alles moest doen en voelde me overwerkt.

      Toen ontmoette ik iemand die, net als ik, graag flipperde. Hij rookte tussendoor joints en zei dat hij daar beter van ging flipperen.

      Al snel bracht ik al mijn vrije weekenden met hem door en bood hij mij mijn eerste joint aan. Ik vond het heerlijk. Binnen zes weken gaf ik bijna tweehonderd euro per week uit aan wiet.

      In het begin rookte ik alleen na mijn werk, om me te ontspannen. Ik had het verdiend, ik werkte zóveel en zó hard. Als snel rookte ik iedere avond en dan van vrijdagavond tot zondagavond laat. Ik ontdekte dat ik veel relaxter was als ik geblowd had. Dus ben ik ook ’s ochtends op weg naar mijn werk te blowen.

      Maar mijn manier van leven had zich plotseling veranderd. Alles scheen sneller te gaan dan dat ik aankon. Ik werd emotioneel en kreeg paniekgevoelens omdat ik me niet zo snel aan kon passen aan alle nieuwe inzichten die ik kreeg door het roken van wiet. Ik had tijd nodig om alles rustig uit te zoeken.

      In het ziekenhuis begon mijn gedragsverandering uiteraard ook op te vallen. Ik besloot dat deze baan, de sfeer op deze afdeling eigenlijk nooit bij mij gepast had en veranderde van baan. Ik was eigenlijk niet meer in staat om werk te doen waarbij ik me moest concentreren.

      Ik kreeg geldproblemen. Ik voelde me met de dag wanhopiger en gedeprimeerder. Ik moest stoned worden om de dag aan te kunnen.

      Iets meer dan twee jaar geleden namen een paar vrienden van mijn zus me mee naar een meeting van NA-Anonieme Verslaafden. Ik begon regelmatig naar deze meetings te gaan, maar altijd onder invloed. Ik haatte bijeenkomsten, maar had ook nergens anders om naartoe te gaan.

      Op een avond tijdens een meeting luisterde ik naar verschillende mensen die hun ervaring, kracht en hoop met elkaar deelden. Ik hield mijn kaken stijf op elkaar maar de tranen stroomden over mijn wangen. Ik voelde me enorm hypocriet. De eerlijkheid van het programma had me te pakken.

      De volgende avond ging ik, voor het eerst zonder gebruikt te hebben, naar een andere NA meeting in een andere stad. Ik was doodsbenauwd. En ik dacht vooral; en toch ben ik geen junkie!

      Een lange blonde vrouw verwelkomde me en gaf me een kop koffie. Ze ging naast me zitten en vertelde me dat ze drie jaar geleden gestopt was met het intraveneus gebruiken van heroïne. Ze liet me littekens zien van spuitabcessen en stelde me daarna voor aan een vrouw die ook wiet had als middel, maar over twee weken haar jaar clean zou vieren.

      Ik huilde de hele meeting. Ik had zo’n gevoel van verdriet en verlies. Omdat wiet mijn beste vriend geworden was, mijn geliefde, mijn moeder, mijn vader. Maar het werkte niet meer.

      Na de bijeenkomst kreeg ik opnieuw een folder met telefoonnummers en de twee vrouwen zeiden dat ik ze écht moest bellen. Dat was een gigantische stap voor mij: om naar een ander te reiken, toe te geven dat ik hulp nodig had. Maar ik deed het, want ik wist inmiddels dat ik het alleen niet kon.

      Door NA ben ik erachter gekomen dat ik een verslaafde was, lang voordat ik drugs gebruikte. Voordat ik bij NA kwam voelde het alsof ik iets cruciaals miste in mijn leven, óm te leven. Alsof bij de geboorte ieder kind een handleiding meegekregen heeft hoe te leven, maar ze die van mij vergeten waren. Mijn leven bracht ik door in stille wanhoop, terwijl ik in mijn eentje probeerde uit te vinden hoe ik het moest doen. Vandaag heb ik mijn handleiding: de Twaalf Stappen en het programma.

      Een harde werker en toch (juist?) verslaafd

      Opgegroeid in een hardwerkend ondernemersgezin heb ik een mooie tijd gehad tot ongeveer mijn 10e jaar. Met mijn zus, die 5 jaar jonger is, hebben we -in materieel opzicht- veel ontvangen van onze ouders. Vanaf mijn 10e jaar bleek dat ik nogal temperamentvol was en vol met energie zat en met regelmaat botste met gezag zowel op school als thuis. Tegenwoordig zou het stempeltje dan al snel ADHD zijn. Thuis is er tegen dit euvel met harde hand opgetreden door vooral mijn vader met als gevolg dat ik mij in de aanloop naar de puberteit steeds standvastiger ging verzetten. Met regelmaat heeft dit tot escalaties geleid die meerdere malen zijn geëindigd bij een huisarts of spoedeisende hulp ingang van een ziekenhuis. Recalcitrant als ik was vluchtte ik op bijna 15 jarige leeftijd het huis uit.

      School werd een beetje minder belangrijk en de punk beweging had mijn aandacht gegrepen. Je verzetten tegen misstanden in de maatschappij, dat leek voor mij de weg. Kraakpanden, actievoeren (vaak op ludieke wijze) en actief lid zijn van de Vereniging van Dienstweigeraars waren voor mij tussen mijn 15e en 18e levensjaar belangrijke bezigheden. School verschoof naar de achtergrond, daar had ik ook te kampen met autoriteit met als gevolg dat ik een aantal maanden voor mijn HAVO examen afscheid genomen heb door een pittige discussie over mijn boekenlijst Nederlands. Geeft niets, er zijn zoveel andere zaken die veel belangrijker zijn. Rond mijn 15e ben ik ook voor het eerst in aanraking gekomen met drugs en alcohol. Bij ons thuis werd wel alcohol gebruikt maar dat heeft nooit mijn aandacht gegrepen voor het wegstoppen van problemen. Ook in mijn leven in de Haagse krakers scene heeft dit nooit zo’n indruk op mij gemaakt. Drugs, drank, kraken, actievoeren waren voor mij de geneugten van alle dag en hebben in deze tijd nooit tot problemen geleidt. In mijn omgeving waren er wel vrienden en vriendinnen die naarmate het gebruik toenam er problemen ontstonden. Vaak financieel maar ook andere problemen. Als ik er nu nog wel eens aan terug denk dan zie ik dat wel anders. Het waren ook vaak momenten dat ik onbewust vluchtte in middelen om het leven wat warmer te maken. Met mijn moeder heb ik tijdens deze tijd wel altijd goed contact gehad. Dat heeft er toe geleid dat ik net voor mijn 18e verjaardag weer terug ben gegaan naar huis. Ik moest toch wel wat met school en zo, toekomst en mijn ouders hadden een eigen zaak waarvan mijn vader altijd de stille hoop heeft gehad dat zijn oudste zoon de scepter wel zou overnemen. Er breken dan weer een aantal rustige jaren aan. Ik ga weer studeren in Driebergen waar ik mijn diploma’s haal om een supermarkt te kunnen runnen, ik haal mijn rijbewijs in één keer en doe nog een aantal vervolg opleidingen waaronder supermarkt management en het wijnbrevet. Ook haal ik in de avonduren nog een aantal VWO certificaten want een school diploma had ik niet. Vervolgens treed ik bij mijn vader in dienst, eerst in loondienst en na twee jaar als vennootschap onder firma. Toen was ik opeens mede eigenaar van een goed lopende buurt supermarkt. In deze jaren was ik serieus bezig. Geld verdienen wat eigenlijk op dat moment best lekker was, eigen autootje, vriendin. Een goede toekomst leek verzekerd. Op mijn 23e begon mijn vader tegen lichamelijke problemen aan te lopen. Door het vooral fysieke harde werken was zijn rug versleten en heeft meerdere hernia operaties moeten doorstaan. Door deze lichamelijke problemen hebben wij besloten om de winkel te verkopen. Het gespreide bedje was niet meer. Mijn voorliefde in het vak heeft altijd met verse producten gelegen en dan in de hoofdzaak bij groenten en fruit, de hectiek van de veiling, handel, export, reizen, beweging en actie waren ingrediënten die mij aan het hart lagen. Ik ben als veiling inkoper aan de slag gegaan. ’s Ochtends in de banken bij de veilingklok en ’s middags hard fysiek werk om alle gekochte handel export klaar te maken en te verladen naar weet ik veel hoeveel bestemmingen. Hard werken met als resultaat een flinke vergoeding. Ik leer in deze periode veel.

      Via een klant kom ik in 1995 in Rusland terecht waar ik uiteindelijk twee jaar heb gewoond. Ik maak hier kennis met een compleet andere wereld. Ik vertel dit omdat het in Rusland is waar ik Lena, mijn vrouw, heb leren kennen die meer dan mijn steun en toeverlaat is. Zeg maar herstel factor 30. Vanaf 1996 kopen wij een mooi appartement in Nederland en ga ik aan de slag als internationaal in- en verkoper. Dit doe ik bij verschillende bedrijven waarbij ik iedere verandering meer ga verdienen en grotere verantwoordelijkheid krijg. Ik bereis zo’n beetje allerlei landen op de wereld en bouw een groot netwerk van klanten en leveranciers op. In deze periode komt het misbruik van alcohol om de hoek kijken. Ik had wel ervaring met de slechte eigenschappen van middelen maar heb daar nooit bij stilgestaan. Het werk wat ik in deze periode doe is vol stress en hectisch. Het is een continue beweging. Ieder moment van de dag sta je klaar voor het bedrijf waar je werkt, je collega’s die jouw tempo niet bijhouden, en de klanten. Je zorgt voor iedereen behalve voor jezelf. Hier komt ook het emotionele gemis van mijn jonge jaren op de proppen. Je praat niet over je gevoelens, je deelt geen emoties, nee, je gaat er vol tegenaan. In deze tijd ga ik dan langzamer hand meer drinken. Van af en toe een glaasje wijn bij het eten of een lekker koud biertje op een zomerdag groeit dit tot naar vrijdag borrel op de zaak, zaterdag avond flesje wijn met een stukje kaas en na verloop van tijd een weekend van 4 dagen met drank. De hoeveelheden nemen navenant toe, deed ik eerst een flesje wijn in een weekend, na verloop werd dit flesje per dag. Ik had er geen enkel probleem mee. Voelde dit als een ontspanning voor mijn geploeter en dus als een beloning. Lena zag op dit punt ook nog geen enkel probleem; die jongen werkt tenslotte zo hard voor ons.

      In 2000 werd onze dochter Dasha geboren en dit veranderde wel iets. Ik vond dit een waanzinnige gebeurtenis en Dasha was mijn heldin. Deze periode heb ik mijn alcohol gebruik iets gematigd en heb veel energie aan mijn dochter gegeven. Wat een impact heeft het krijgen van kinderen voor een mens. Naarmate Dasha ouder werd begon mijn drank gebruik weer toe te nemen. De stress en hectiek van het werk, het problemen oplossen voor collega’s, het tot het gaatje gaan iedere dag begonnen verder impact te krijgen op mijn leven. Op het moment dat onze zoon Jan werd geboren maakte ik dezelfde euforische periode als met Dasha mee. Wel korter want ik begon slechter tegen de werkdruk te kunnen. Het alcoholgebruik breidde zich uit tot op doordeweekse dagen. En groeide van 1-2 glaasjes per dag naar een fles. Van één fles naar twee. In het weekend wel eens naar drie. Mijn werk leidde er niet onder maar ik merkte wel dat ik ’s morgen anders op stond dan dat ik naar bed ging. Emotioneler werd ik en zag ook wel eens de dingen wat zwarter dan de werkelijkheid was. In 2013 kwam een nieuwe grote uitdaging op mij af. Een oud werkgever vroeg mij om een nieuw project te starten gericht op retail in Rusland. Ik krijg een contract voor 1 jaar. Het loopt erg succesvol en binnen een aantal maanden vertrekken er dagelijks volle vrachten naar het Oosten. Totdat het moment aanbreekt dat ik te horen dat mijn contract niet verlengd wordt.

      Het is dan april 2014. Dit slaat in als een bom. Ik kom thuis te zitten. Niets te doen. Geen werk. Wel drank. Ik krijg mijn vrije dagen en zit vanaf begin mei betaald thuis. Het medicijn is simpel, mijn dagelijks benodigde hoeveelheid drank neemt per dag toe en ik drink mijzelf van roes tot roes. De thuis situatie is voor Lena en de kinderen een heel moeilijke als ik nu terugkijk en daar heb ik ook nu nog steeds spijt van. Vanaf het moment van thuis komen zitten is het drankgebruik een onderdeel van het gezin. Toen ik nog werkte was het slechts een korte tijd van de avond. Ik ben niet meer aanspreekbaar. Lena krijgt mij na 3 maanden in beweging want diep in mijzelf groeit er een besef van of stoppen of er kapot aan gaan. Samen besluiten wij om er iets aan te doen. In eerste instantie start ik mijn hulpvraag carrière bij Brijder. Ik krijg daar een goede arts en een ambulant hulpverlener. De arts schrijft Librium aan mij voor met de mededeling dat ik dat niet moet gebruiken op het moment dat ik drink. Zeg dat niet tegen een ontdekker als ik. Ik kwam er al snel achter dat als je jezelf niet compleet laveloos drinkt maar wel in een flinke roes gedurende de dag, en je gooit er ’s avonds 2-3 tabletten Librium achteraan je wel héél lekker slaapt. Ik heb mij gelukkig enigszins in de hand kunnen houden en heb mijn huisarts verteld over dit avontuur. Zij vertelde mij dat ik dan wel moest gaan nadenken over een klinische opname. Daar schrok ik erg van. Ik ben toch niet gek!

      Met toffe hulp van de huisarts wordt ik in juli 2014 met spoed opgenomen bij de GGZ in Delft. Eenmaal opgenomen mag ik de eerste dag niet van mijn kamer vanwege de nog aanwezige alcohol in mijn lijf. Bij binnenkomst blaas ik 2.7㎍, genoeg ‰ dus..  Op het moment dat er nog alcohol in je lijf zit krijg je ook geen aanvullende medicatie tegen de ontwenningsverschijnselen. Die kreeg ik pas aan het eind van de avond. Op de afdeling gaat er wel een compleet nieuwe wereld voor mij open. Ik maak kennis met mensen die hetzelfde probleem hebben als ik! En ik heb altijd maar gedacht dat die er niet zijn en dat ik als een soort eenling op deze aardkloot met mijn gevoelens en emoties rondzwierf. Ik ben dolgelukkig dat ik hier terecht heb mogen komen.

      Tijdens de klinische opname heerst een strakke structuur. Op tijd opstaan, een gezamenlijk ontbijt, de dagopening op werkdagen en door de rest van de dag groepstherapie, trainingen en corvee. Op gezette tijden in het weekprogramma zijn er mogelijkheden om aan sport te doen. Hier maak ik gretig gebruik van. Het is in deze periode dat ik weer begin met fietsen (zij het op een hometrainer) en mijn eerste kilometers maak. 

      n de groepstrainingen maak ik ontzettend veel aantekeningen in de werkboeken die op de afdeling worden uitgereikt. Deze helpen mij tot op de dag van vandaag om mij scherp te houden. Ik lees er met grote regelmaat nog steeds passages uit. En zie dan de groep als in een film voor mij. Het is ook in deze groep dat ik mij ben gaan verdiepen in herstel en ervaringsdeskundigheid. Na 6 weken opname heb ik de beslissing genomen om nooit meer de groenten- en fruithandel in te gaan. De triggers, de aanwezigheid van alcohol en de afwezigheid van continuïteit (ik zou slechts een 6 of 12 maanden contract hebben), hebben mijn beslissing versterkt.

      In september 2014 ben ik met ontslag gegaan. En dan begint het proces van herstel pas echt. Het thuisfront dacht daar echt anders over. Het thuisfront ging ervan uit dat na drie maanden ‘ziekenhuis’ ik wel hersteld zou zijn. Maar het tegendeel is meer dan waar. Op het moment dat je de kliniekdeur sluit en jouw eigen voordeur opent start het herstel proces pas echt. Iets waar ook de hedendaagse psychiatrie nog geen directe oplossing voor heeft. Het is van groot belang dat er na een opname een gedegen nazorg is geregeld. Het onbegrip wat hier vaak mee gepaard gaat heeft dan ook vaak een terugval als gevolg. Alhoewel terugval… Ik spreek zelf altijd liever over bijscholing. Het feit dat je vervalt in oude gewoontes betekent niets anders dan dat jij nog niet genoeg nieuwe instrumenten hebt aangeleerd om dat te voorkomen. Zelf heb ik dit ook aan den lijve meegemaakt. In januari 2015 ben ik gedurende 4 weken opnieuw opgenomen geweest. In een nieuwe aangename groep. Met dezelfde verpleging. En ditmaal is Lena van A tot Z betrokken geweest bij de behandeling en gesprekken. En dan blijkt dat de verslaafde het middel tot zich neemt maar dat het proces de gehele directe omgeving aangaat. Gewoonten en daarbij behorend gedrag zijn moeilijk te doorbreken. En dat is nu anno 2019 nog steeds actueel.

      Sinds december 2017 ben ik als ervaringswerker in dienst van GGZ Delfland en zet mijn eigen ervaring in om andere mensen te ondersteunen. Dat doe ik deels op de afdeling waar ikzelf opgenomen ben geweest. Daarnaast werk ik voor een begeleid wonen project en de Herstelacademie.

      Mijn naam is Erik en ik ben alcoholist

      Ongeveer 5 jaar geleden ben ik naar de AA gestapt. Die stap naar de AA (Anonieme Alcoholisten) nam ik pas na wat mijn ‘rock bottom’ was; door een combinatie van veel te veel drank en te weinig voedsel raakte ik buiten bewustzijn en werd per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Daar kwam ik uiteindelijk weer bij kennis. Eenmaal bij kennis gekomen, heb ik toen -uiteindelijk- voor het eerst hardop durven zeggen, in het bijzijn van vrienden en een arts, dat ik een alcoholist ben en dat ik hulp nodig had. Dat was voor mij een enorme opluchting, na al die jaren waarin koning A. mijn leven beheerste en ik, in ontkenning, zijn willoze onderdaan was.

      Ik moest hulp zoeken. Ik moest toegeven dat ik het alleen niet redde. Dat deed ik, maar pas na een paar dagen. In die dagen was ik toch weer voor de fles gezwicht. Pas de dag vóór ik bij AA binnenstapte dronk ik het tot nu toe laatste glas.

      Die dag, 23 januari 2014, was voor mij een keerpunt in mijn leven, vanaf dat moment pakte ik mijn alcoholverslaving aan en ben ik op het pad van herstel geraakt. Natuurlijk waren er moeilijke momenten, maar met de tijd werden die minder. ‘Eén glas is te veel en duizend nooit genoeg’ zoals ze bij de AA zeggen. Maar het terugdenken aan de ellende, die ik mezelf en anderen door mijn drankmisbruik heb aangedaan, waren voor mij voldoende om niet dat eerste glas te pakken en nuchter te blijven.

      Ik had veel baat bij het bezoeken van de AA-meetings. Door de verhalen die ik daar hoorde en het gedeelde leed met medefellows, voelde ik me niet langer alleen met mijn probleem. Ook de terugvallen van fellows hielden mij alert. Sommigen waren al jaren ‘droog’, maar hadden toch de verleiding van het eerste glas niet kunnen weerstaan. En dan volgde altijd dat tweede, derde etc. Dit gaf voor mij wel aan wat voor een ‘sluipmoordenaar’ de alcohol is.

      Maar… Na ongeveer 2,5 jaar had ik het gevoel dat ik niet meer zo vaak naar de meetings  hoefde te gaan en had ik ook geen zin om steeds maar diezelfde verhalen aan te horen. ‘De deur op een kier zetten’, zoals ze dat bij de AA zo typerend zeggen. Wat zoveel betekent als de ‘sluipmoordenaar’ weer een kans geven en dus een grotere kans op een terugval.

      Gelukkig was er een fellow die bleef benadrukken hoe belangrijk de 12 stappen en 12 tradities van AA voor hem waren. Dat zette mij aan het denken en ik sloeg het 12 Stappen/12 Tradities boek eens open en las (toeval?) de Derde Stap. ‘.. de Derde Stap opent de deur. Als we het eenmaal eens zijn geworden met deze gedachten, is het echt makkelijk om aan de Derde Stap te werken. Bij elke emotionele beroering of twijfel, kunnen we stilstaan, om rust vragen, en in stilte eenvoudig zeggen: “God, geef me de kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, de moed om te veranderen wat ik kan veranderen en de wijsheid om tussen deze twee het onderscheid te maken.” (p. 26/27).’

      Deze stap gaf precies aan waar ik op dat ogenblik stond. Ik was nuchter en bezocht trouw de meetings, maar hoe nu verder? Hoe kon ik verder een zinvol leven opbouwen? Kortom werken aan mezelf met de overgave aan een Hogere Macht (wat of wie dat dan ook mocht zijn). Dat kon met behulp van een sponsor. Dit laatste vond ik in deze fellow die al veel langer nuchter was dan ik en al veel langer dus met ‘werken aan daadwerkelijk herstel’ bezig was. Hij was bereid om mij bij het doorlopen van de Twaalf Stappen te begeleiden. Een nieuwe impuls op het pad van mijn herstel. Want niet drinken is één ding, de leegte opvullen, het inrichten van mijn leven zonder de drank als uitvlucht was iets anders..

      Ongeveer een jaar geleden ben ik in aanraking gekomen met mindfulness. Mindfulness en de Twaalf Stappen zijn nu een vast onderdeel van mijn dagelijks leven. Nuchter en rustiger aanschouw ik nu mijn problemen. En daar ben ik heel dankbaar voor.

      Blog

      Verslaving is een ziekte. Een behandelbare ziekte.